1.8  Extra opgaven
1
a

Teken heel precies een driehoek met zijden van 3, 5 en 6 cm.

b

Onderzoek met je geodriehoek of een van de hoeken haaks is.

2

Er ligt een 2-euro-muntstuk op tafel, We gaan zoveel mogelijk munten van 2 euro daar omheen leggen. Ze moeten allemaal het centrale 2-euro-muntstuk raken.

a

Teken op je werkblad met behulp van je passer waar de munten komen te liggen. Teken eerst een "bloem" zoals in opgave 7 van paragraaf 1.1 Passer en geodriehoek.

b

Hoeveel 2-euro-munten passen er op die manier om het afgebeelde 2-euro-muntstuk?

3

5 dm3 (droog) zand weegt 7 1 2  kilogram.

a

Hoeveel weegt 18 dm3 zand?

b

Wat moet je doen met een aantal dm3 zand om zijn gewicht in kilogram te berekenen?

Noem het aantal dm3 zand z .

c

Hoeveel kilogram weegt z dm3 zand?

d

Hoeveel dm3 zand weegt 45 kilogram?

e

Wat moet je doen om bij een gegeven gewicht te berekenen hoeveel dm3 zand zoveel weegt?

Noem het aantal kilogram k .

f

Hoeveel dm3 zand weegt k kilogram?

4

Bekijk het een erepodium.

a

Stippel op je werkblad de ribben aan de achterkant.

b

Hoeveel ribben heeft het erepodium?
Hoeveel hoekpunten?
Hoeveel grensvlakken?

c

Zo’n erepodium is wiskundig maar een rare vorm.
Of toch niet. Iemand twijfelt of hij het nou een prisma of een piramide moet noemen.
Wat vind jij? Hoeveel-zijdig?

5
a

Hoe zou jij iemand in woorden uitleggen wat het verschil is tussen een cilinder en een kegel?

b

Hoe zou jij iemand in woorden uitleggen wat het verschil is tussen een balk en een rechthoek?

c

Hoe zou jij iemand in woorden uitleggen wat het verschil is tussen een piramide en een kegel?

6

Bereken:

10 + 10 : 2 + 3 10 + 10 : ( 2 + 3 )
( 10 + 10 ) : 2 + 3 10 + ( 10 : ( 2 + 3 ) )
10 × 10 6 + 2 10 × ( 10 6 ) + 2
10 × ( 10 6 + 2 ) 10 × ( 10 ( 6 + 2 ) )

7

Als je in een regelmatige zeshoek twee diagonalen trekt, wordt de zeshoek verdeeld in drie of vier stukken. Die stukken kunnen driehoekig en vierhoekig zijn.

Teken op je werkblad alle mogelijk echt verschillende situaties. Zeg van elke vierhoek van welk bijzonder soort hij is.

8

Bekijk het driezijdig prisma. Het is in twee stukken verdeeld door het blauwe vlak.

Geef de volledige naam van beide stukken.

9

Een vierkant is verdeeld in 5 bij 5 hokjes.
Door het blokschema te volgen krijg je een tovervierkant. Hetzelfde blokschema is ook geschikt om tovervierkanten te maken van 7 bij 7 hokjes, van 9 bij 9 hokjes, enzovoort.

Maak het 5 bij 5 tovervierkant.