1.8  Extra opgaven
1
a
b

De bovenste hoek is net iets te groot.

2
a
b

6

3
a

27 kg

b

Vermenigvuldigen met 1,5.

c

1,5 × z

d

30 dm3

e

Delen door 1,5.

f

k : 1,5

4
a
b

24, 16, 10

c

Een achtzijdig prisma.

5
a

Een kegel heeft een grondvlak en daar tegenover een top; een cilinder heeft een grond- en bovenvlak die precies hetzelfde zijn.

b

Een balk is een ruimtelijke figuur (met lengte, breedte en hoogte) en een rechthoek is vlakke figuur (met alleen lengte en breedte).

c

Een piramide heeft een aantal (driehoekige) zijvlakken en een veelhoek als grondvlak; een kegel heeft een gladde gebogen zijkant en een cirkel als grondvlak.

6

Linkerkolom:
10 + 10 : 2 + 3 = 10 + 5 + 3 = 18
( 10 + 10 ) : 2 + 3 = 20 : 2 + 3 = 10 + 3 = 13
10 × 10 6 + 2 = 100 6 + 2 = 96
10 × ( 10 6 + 2 ) = 10 × 6 = 60
Rechterkolom:
10 + 10 : ( 2 + 3 ) = 10 + 10 : 5 = 10 + 2 = 12
10 + ( 10 : ( 2 + 3 ) ) = 10 + 10 : 5 = 10 + 2 = 12
10 × ( 10 6 ) + 2 = 10 × 4 + 2 = 40 + 2 = 42
10 × ( 10 ( 6 + 2 ) ) = 10 × ( 10 8 ) = 10 × 2 = 20

7
8

Voor het blauwe vlak: driezijdige piramide.
Achter het blauwe vlak: vierzijdige piramide.

9

Een tovervierkant.

17 42 1 8 15
23 5 7 14 16
4 6 13 20 22
10 12 19 21 3
11 18 24 2 9