5.2  Aanzichten en uitslagen >
Aanzichten
1
2
5
a
b

1:200

c
d

Anne heeft gelijk. In het zij- en bovenaanzicht kijk je niet recht op die rand in het vooraanzicht wel.

3
6
a
b

zie antwoord a.

c

Van boven kijk je niet recht op de opstaande ribben. Die is langer.

d

Freek heeft het ook mis, want van voor kijk je ook niet recht op de opstaande ribben.

4
2s
5s
a
b

Omdat je niet recht op de ribben kijkt.

c

In het vooraanzicht kijk je bij voorbeeld recht op ribbe T F . Als je die meet, heb je de echte lengte.

3s
6s
a
b

1 + 5 + 13 + 5 + 1 = 25

c

Van boven zie je 13 grensvlakken. Van onder, links, rechts, voor en achter zie je ook 13 grensvlakken. In totaal heb je dus 6 · 13 = 78  grensvlakken. De 13 grensvlakken die je van boven ziet hebben samen 13 · 4 = 52   ribben, dus van alle kanten kijkend zie je zo in totaal 6 · 52 = 312  ribben. Maar zo tel je alle ribben dubbel, dus het aantal ribben is 312 : 2 = 156 . Het aantal hoekpunten op "de bovenste helft" is 40, er zijn dus in totaal 80 hoekpunten.

Uitslagen
7
8

a kubus; b bol; c cilinder;d kegel; e vijfzijdige piramide; f balk (vierzijdig prisma); g driezijdig prisma ; h zeszijdig prisma; i balk (vierzijdig prisma); j kegel ; k driezijdige piramide; l cilinder

9
a

Vijfzijdig prisma.

b

Kubus.

c

Vierzijdige piramide.

10
11
a
...
b

De laatste

12
14
a

Bijvoorbeeld:

b

...

c

1 · 2 · 3 = 6  cm3

13
a
b

Zie antwoord a.

12s
14s
a
b

Zie onderdeel a.

15
a
...
b