8.3  Meten van hoeken >
Meten van hoeken
1
a

107 ° en 73 °

b

109 ° en 29 °

c
2
a

B = 34 ° , C = 80 °

b

A = 66 ° , B = 35 ° , C = 274 ° , D = 40 ° en E = 125 ° .

Tekenen van hoeken
3
6
a

27 ° of 28 ° , 40 ° of 41 ° , 112 °

b

Alledrie de hoeken zijn 60 ° .

4
7
5
8
a
b

Hoek R is 120 ° , P R en Q R zijn 29 mm.

3s
6s
a

Van 0 tot 7 cm.

b

Van 0 ° tot 180 ° .

4s
7s
a

Van 0 ° tot 90 ° .

b

Van 0 cm tot willekeurig lang.

c

Van 4 cm tot willekeurig lang.

5s
8s
a

De grootte van de driehoek weet je dan nog niet.

b

Ja.

c

Ja.

9
a

...

b
c

De hoeken K en M zijn 32 ° à 33 ° , K M is 51 mm.

10
a
b

3, 2,5 en 1,6 à 1,7 cm

c

33 ° à 34 ° , 56 ° à 57 ° , 90 °

11
12
a
b

31 ° en 59 °

11s
12s

90 ° , 45 ° en 45 °