Plaatje 2.
Plaatje 4.
: , ,
:
, , ,
Door de hoeken op te tellen;
:
De som van de hoeken is , dus ongeveer
: De som van de hoeken is , dus ongeveer
,
(of: )
Als ook . (linker plaatje)
Als ook is, is . (rechter plaatje)
Als . (middelste plaatje)
Zie de figuur bij onderdeel c.
cm en cm
;
; seconden
Die hoek is .
; seconden
De trein heeft een bocht naar links gemaakt (als Wim in de rijrichting kijkt) en daarna een even grote bocht naar rechts: