Neem een blaadje en teken daarop twee punten
en
.
Vouw het blaadje zó dat
en
op de vouw liggen.
Kleur de punten
en
en de punten op de vouw tussen deze twee punten.
Het gekleurde stuk heet
lijnstuk
.
en
noemen we de
grenspunten van dat lijnstuk.
Vouw het blaadje nog op een andere manier. Zorg dat op de vouw ligt.
Het punt
verdeelt de vouw in twee stukken.
Kleur het punt
en één van de stukken.
Wat je in b gekleurd hebt, noemen we: een halve lijn met grenspunt A.
Een lijn heeft geen grenspunten, en loopt dus links van en rechts van gewoon door.
Een lijnstuk heeft twee grenspunten. en en de punten tussen en behoren tot het lijnstuk .
Een halve lijn heeft één grenspunt, en loopt dus aan één kant van het grenspunt onbeperkt door.
In het plaatje zie je een driezijdige piramide, een driehoek, een hoek en een rechthoek.
Vul telkens het passende woord (lijn, lijnstuk of halve lijn) in.
Een zijde van een driehoek is een ....
Een ribbe van een piramide is een ....
Een been van een hoek is een ......
Een diagonaal van een rechthoek is een ....
Teken met potlood een lijn en kies op die lijn twee punten. Noem die en .
Kleur (rood) de halve lijn met grenspunt die door gaat.
Kleur (blauw) de halve lijn met grenspunt die door gaat.
Hoe noem je het gedeelte van de lijn dat zowel rood als blauw gekleurd is?
Hoe dik moet lijnstuk eigenlijk getekend worden volgens jou? En hoeveel punten liggen er, denk je, op het lijnstuk ?
Een lijnstuk is opgebouwd uit oneindig veel punten. Punten hebben geen dikte. Het lijnstuk zelf is oneindig dun. Het heeft ook geen dikte.
Afspraak
Lijnen en halve lijnen geven we aan met een kleine letter, bijvoorbeeld , of .
Punten geven we aan met hoofdletters, bijvoorbeeld , of .
Het lijnstuk met grenspunten en geven we aan met lijnstuk (hoofdletters).