10.2  Lijn, lijnstuk, en halve lijn >
1
a

Neem een blaadje en teken daarop twee punten A en B .
Vouw het blaadje zó dat A en B op de vouw liggen.
Kleur de punten A en B en de punten op de vouw tussen deze twee punten.

Het gekleurde stuk heet lijnstuk A B .
A en B noemen we de grenspunten van dat lijnstuk.

b

Vouw het blaadje nog op een andere manier. Zorg dat A op de vouw ligt.
Het punt A verdeelt de vouw in twee stukken.
Kleur het punt A en één van de stukken.

Wat je in b gekleurd hebt, noemen we: een halve lijn met grenspunt A.

Een lijn A B heeft geen grenspunten, en loopt dus links van A en rechts van B gewoon door.


Een lijnstuk heeft twee grenspunten. A en B en de punten tussen A en B behoren tot het lijnstuk A B .


Een halve lijn heeft één grenspunt, en loopt dus aan één kant van het grenspunt onbeperkt door.

2

In het plaatje zie je een driezijdige piramide, een driehoek, een hoek en een rechthoek.

Vul telkens het passende woord (lijn, lijnstuk of halve lijn) in.

a

Een zijde van een driehoek is een ....

b

Een ribbe van een piramide is een ....

c

Een been van een hoek is een ......

d

Een diagonaal van een rechthoek is een ....

3
a

Teken met potlood een lijn en kies op die lijn twee punten. Noem die C en D .

b

Kleur (rood) de halve lijn met grenspunt C die door D gaat.

c

Kleur (blauw) de halve lijn met grenspunt D die door C gaat.

d

Hoe noem je het gedeelte van de lijn dat zowel rood als blauw gekleurd is?

e

Hoe dik moet lijnstuk C D eigenlijk getekend worden volgens jou? En hoeveel punten liggen er, denk je, op het lijnstuk C D ?

Een lijnstuk is opgebouwd uit oneindig veel punten. Punten hebben geen dikte. Het lijnstuk zelf is oneindig dun. Het heeft ook geen dikte.

Afspraak

Lijnen en halve lijnen geven we aan met een kleine letter, bijvoorbeeld k , a of m .

Punten geven we aan met hoofdletters, bijvoorbeeld A , B of L .

Het lijnstuk met grenspunten A en B geven we aan met lijnstuk A B (hoofdletters).