10.4  Deellijn van een hoek >
1
a

...

b

...

c

Elk stuk is 62 ° .

d

...

e

...

f

...

2
a

...

b

3
a

b

Nee, Laustralië is kleiner dan de andere twee landen.

4
7
a

...

b

...

c

Die zijn 90 ° .

d

...

5
8
a

...

b

c

Zie onderdeel b.

d

Een vlieger.

e

Een deellijn.

6
a

A B C = 180 ° 90 ° 30 ° = 60 °
A M B = 180 ° 30 ° : 2 60 ° : 2 = 135 °
C Q A = 180 ° 15 ° 90 ° = 75 °

b

A P M = 180 ° B A C A B P = 180 ° 30 ° 60 ° : 2 = 120 °

4s
7s
a

De hoeken a en e zijn overstaande hoeken, evenals de hoeken b en f , dus
a = e en b = f . Verder geldt: a = b (deellijn), dus de vier hoeken zijn even groot.

b

a + h + g + f = 180 °
f = a en g = h
Uit de bovenstaande twee regels volgt:
a + h + a + h = 180 ° .
Dus: a + h = 90 °

5s
8s
a

B A S = 60 ° : 2 = 30 °
A B S = ( 180 ° 160 ° ) : 2 = 10 °
A S B = 180 ° B A S A B S = 140 °

b

B A S = 70 ° : 2 = 35 °
A B S = ( 180 ° 170 ° ) : 2 = 5 °
A S B = 180 ° B A S A B S = 140 °

c

C A B + C B A = 180 ° 100 ° = 80 °
B A S is de helft van B A C ;
A B S is de helft van A B C , dus
B A S + A B S is de helft van 80 ° , dus 40 ° .
A S B = 180 ° B A S A B S = 140 °