12.2  Evenredige verbanden >
Twee keer zoveel, twee keer zo duur
1

Mijnheer De Vrij heeft zojuist getankt: 30 liter voor 36 euro.

a

Wat is de prijs van 1 liter benzine?

b

Bij elk aantal liters hoort een prijs in euro's. Neem de tabel over en vul hem verder in.

aantal liter

0

1

10

20

30

40

euro's

36

c

Teken de grafiek van dat verband. Zet het aantal liters horizontaal uit en de prijs verticaal.

Het aantal liters benzine noemen we b , de prijs in euro's c .

d

Geef een formule voor c uitgedrukt in b . Schrijf de formule in de gedaante c = ..... b .

Morgen rijdt De Vrij heen en terug van Wageningen naar Amsterdam. Dat retourtje is 180 km. De Vrij rijdt dan constant met een snelheid van 120 km/u; de auto rijdt bij die snelheid 1 op 12.

e

Hoeveel euro kost die rit aan benzine?

Als je de af te leggen afstand a weet, kun je bepalen hoeveel liter benzine b daarvoor nodig is en dan ken je ook de kosten c .

f

Geef een formule voor c , uitgedrukt in a . Schrijf de formule in de gedaante c = ..... a .

Als vertegenwoordiger rijdt De Vrij vrijwel uitsluitend op de snelweg: 120 km/u. Vorige week heeft de Vrij de tank volgegooid voor 54 euro.

g

Hoeveel km kan hij voor die 54 euro afleggen?

h

Geef een formule voor a , uitgedrukt in c . Schrijf de formule in de gedaante a = ..... c .

2

Anneke gaat op vakantie in Engeland. Ze wisselt euro's om in Britse ponden. Voor 540 euro ontvangt ze 360 pond (wisselkoers 2003).

a

Hoeveel euro betaalt Anneke voor 1 pond?

b

Maak een tabel voor het wisselen van euro's in ponden.

aantal euro's

0

6

30

150

270

540

aantal ponden

360

c

Teken de bijbehorende grafiek. Zet het aantal euro's horizontaal uit, het aantal ponden verticaal.

Het aantal euro's noemen we e , het aantal ponden p . Bij elke waarde van e hoort een waarde van p en omgekeerd.

d

Geef een formule voor e , uitgedrukt in p .

In Zweden is de munteenheid de kroon. Voor 1 euro krijg je 9 kronen.

e

Maak een omwisseltabel voor euro's en Zweedse kronen.

Het aantal kronen noemen we k .

f

Geef een formule voor k , uitgedrukt in e . Ook omgekeerd, e uitgedrukt in k .

James Johnson uit Londen gaat zijn vakantie in Zweden doorbrengen. Hij wisselt 600 ponden in voor kronen.

g

Hoeveel kronen ontvangt James? Schrijf ook je berekening op.

h

Geef een formule voor k , uitgedrukt in p .

Het aantal ponden p staat in een vaste verhouding met het aantal kronen k . We zeggen dat er een recht evenredig verband, of korter een evenredig verband is tussen p en k .

In opgave 4 en 5 hebben we uitsluitend evenredige verbanden gezien.

p en k zijn evenredig betekent:

  • als je k 2 keer zo groot neemt, wordt p ook 2 keer zo groot

    (voor 2 keer zo veel kronen, betaal je 2 keer zo veel ponden),

  • als je k 3,5 keer zo groot neemt, wordt p ook 3,5 keer zo groot,

  • als je k 123 keer zo groot neemt, wordt p ook 123 keer zo groot,

  • als je k 1 5 keer zo groot neemt, wordt p ook 1 5 keer zo groot.

Als p en k evenredig zijn en p = 0 dan is ook k = 0 . De grafiek van het verband gaat dus door het hoekpunt ( 0,0 ) .

Evenredig in andere vakken

In de natuurkunde, biologie en scheikunde kom je een heleboel evenredige verbanden tegen. In de volgende opgaven kom je een paar voorbeelden daarvan tegen.

3
5

In een pak halfvolle melk van 1 liter zit 15 gram vet.

a

Hoeveel gram vet zit er in 1,5 liter melk?

Noem het aantal liter melk m en het aantal gram vet v .

b

Geef een formule van het verband tussen v en m .

4
6

De dichtheid van eikenhout is 0,78. Dat wil zeggen dat 1 dm3 eikenhout 0,78 kilogram weegt.

a

Hoeveel weegt 2,5 dm3 eikenhout?

Een hoeveelheid eikenhout van v  dm3 weegt g  kg.

b

Geef een formule van het verband tussen g en v .

Een eikenhouten kunstwerk weegt 13 kg.

c

Hoeveel dm3 is de inhoud van het kunstwerk?

3s
5s

Een topsprinter (atletiek) doet 10 seconden over de 100 meter.
Het aantal seconden dat verstrijkt na het startschot noemen we t , het aantal meter dat de topsprinter aflegt a .

a

Is het verband tussen a en t evenredig?

b

Hoe zal de grafiek er ongeveer uitzien? ( t horizontaal, a verticaal)

4s
6s

Een taxirit van 6  km kost 8  euro; een taxirit van 10  km kost 11  euro.

a

Onderzoek of de kosten evenredig zijn met de lengte van de taxirit.

b

Welke ritten zijn in verhouding het duurst, korte of lange?

7

Duikers voelen een druk op de trommelvliezen in hun oren. Hoe dieper ze duiken, hoe groter de druk. Er is een evenredig verband tussen de druk p (in grammen per cm2) en de diepte d (in meters).
Op 2 meter diepte is de druk 200 gram/cm2.

a

Teken de grafiek van het verband tussen d (horizontaal) en p (verticaal).

b

Geef een formule van het verband tussen p en d .

Evenredig is een typisch Nederlands woord. In andere talen heet dat proportional of iets dergelijks, en dat is afkomstig uit het Latijn. Simon Stevin (1548-1620) had liever een zuiver Nederlands woord, want dat is beter te begrijpen. Evenredig betekent letterlijk: met gelijke reden (= met gelijke verhouding).