Bij een vierkant
1
a

d = 2 z ; ja

b

p = 6 z ; ja

c

p = 3 d ; ja

2
3
a

p = 4 z ; ja

b

klopt

c

z

1

2

3

4

5

6

d

1,4

2,8

4,2

5,7

7,1

8,5

Het ziet eruit alsof het verband evenredig is.

d

d = 1,4 z

2s
3s
a

De diagonaal van het kleine vierkant past twee keer op de diagonaal van het grote vierkant.

b
c

Ja

4
a

1,41 60 = 84,6  cm breed

b

16 : 1,41 11,347  cm, dus ongeveer 113  mm is de andere zijde

5
7

1,41 8 = 11,28  m, afgerond 113  dm lang

6
8

z = d 1,41 p = 4 d 1,41 = 4 d 1,41 2,84 d

5s
7s

Het diagonaalvlak is een rechthoek van 7 bij 7 1,41  cm. De oppervlakte is dus 69,09 cm2. Dat is 6909 mm2.
Opmerking: 1,41 is niet precies. Als je met meer decimalen werkt, kom je op 6930 mm2.

6s
8s

Als de zijde 2 keer zo groot wordt, wordt de oppervlakte 4 keer zo groot (zie maar het plaatje bij super opgave 34. Dus is het verband niet evenredig.

Bij een cirkel
9
a

d

20

25,75

40

60

80

p

63

80,90

126

188

251

Het ziet er als een evenredig verband uit.

b

p = 3,1 d

10
11
a

3,14 60 = 188,4  cm

b

15 : 3,14 4,7777  cm, dat is ongeveer 48  mm.

10s
11s

De omtrek van de cirkel is groter dan de omtrek van de zeshoek. En de omtrek van de zeshoek is (precies) 3 keer de diameter (zie opgave 33c). De diameter van de zeshoek is gelijk aan de diameter van de zeshoek. De omtrek van de cirkel is kleiner dan de omtrek van het vierkant. En die is 4 keer de zijde van het vierkant; die zijde is gelijk aan de diameter van de cirkel.

12
a

Omtrek voorwiel is 125 π 3,93  m
100 : 3,93 25,4 ; dus 25 keer.

b

Omtrek achterwiel is 50 π 1,57  m
100 : 1,57 63,7 ; dus 64 keer.

13

Voor 1 wikkeling is nodig: 2 π 6,28  cm draad.
Voor 17 wikkelingen is nodig 17 6,28 106,8  cm, dus ongeveer 107 cm draad.

14

Er zijn twee rechte stukken van 4 m en twee halve cirkels: samen een hele cirkel met diameter 0,5 meter.
De omtrek is 2 4 + 0,5 π 9,57  m, dat is ongeveer 96  dm.

15

De omtrek van een koker is 100 : 5 = 20  cm.
De diameter van een koker is 20 : π 6,366  cm, dus ongeveer 64  mm.

16

De diameter van de boomstam is 471 : π 149,9  cm. Dat is de diagonaal van de vierkante balk. Die heeft als zijde: 149,9 : 1,41 106,3  cm, dus ongeveer 106  cm.