17.4  Recht of niet? >
1

Een elastiekje is vastgemaakt in de punten X en B aan twee stokjes: M X van lengte 21 en M B van lengte 28. Stokje M X wordt om M gedraaid. Hoe groter de hoek tussen de stokjes is, hoe langer het elastiekje wordt. De lengte van het elastiekje noemen we c . In het middelste plaatje is de hoek tussen de stokjes recht. In dit geval kun je c berekenen.

Doe dat.

In de andere gevallen weet je niet hoe lang c precies is; je kunt alleen maar zeggen dat c < 35 of c > 35 is.
In het middelste plaatje geldt: a 2 + b 2 = c 2 , in de andere twee andere plaatjes geldt: a 2 + b 2 c 2 .

De lengten van de zijden van een driehoek noemen we a , b en c .
Als a 2 + b 2 = c 2 , dan is de hoek tegenover de zijde van lengte c recht.
Als a 2 + b 2 c 2 , dan is de hoek tegenover de zijde van lengte c niet recht.

2
4

Van een driehoek zijn de zijden 4, 7 en 8 cm lang.
Ga na of de driehoek rechthoekig is.

3

Ga na of deze driehoek rechthoekig is.

2s
4s

Van twee zijden van een driehoek is de lengte bekend, namelijk 325 en 780. De twee zijden hebben een punt gemeenschappelijk. Ook de lengte van de hoogtelijn vanuit dat punt is bekend. De hoogte is namelijk 300.
Ga na of de driehoek rechthoekig is.