1
a

 

b

A ( 2,‐3 )

c
d

Vanuit punt A ( 2,‐3 ) kom je in punt B ( ‐3,2 ) door 5 stappen naar links en 5 stappen naar beneden te zetten. Dus de eerste coördinaat van het gevraagde punt is 2 1 2 · 5 = 1 2 en de tweede coördinaat is 3 + 1 2 · 5 = 1 2 . Dus het midden is ( 1 2 , 1 2 ) .

e

Zie assenstelsel opgave c.

2
a

 

b
c

Zie bovenstaand assenstelsel.

d

( ‐6,3 )

e

( ‐50,47 ) ; ( ‐50,25 )

3
a

 

b
c

A B = 4 2 + 3 2 = 25 = 5
B C = 4 2 + 2 2 = 20
A C = 5

4
a
b

Vanuit punt ( ‐1,3,‐2 ) kom je in punt ( 4,2,1 ) door 5 stappen naar voren, 1 stap naar links en 3 stappen naar boven te gaan. Je komt dus midden tussen deze twee punten door vanuit punt ( ‐1,3,‐2 ) 1 2 5 = 2 1 2 stap naar voren, 1 2 1 = 1 2 stap naar links en 1 2 3 = 1 1 2 stap naar boven te gaan. Dus het gevraagde punt heeft als coördinaten ( 1 1 2 ,2 1 2 , 1 2 ) .

c

5 2 + 1 2 + 3 2 = 35

5
a

 

b
c

A B = 3 2 + 1 2 = 10
B C = 2 2 + 6 2 = 40
A C = 1 2 + 7 2 = 50

d

Een rechthoek.

e

Het snijpunt van A C met B D ligt op de helft van lijnstuk A C . Dus de eerste coördinaat van het snijpunt is 1 + 1 2 · 1 = 1 2 .
De tweede coördinaat van het snijpunt is 5 + 1 2 7 = 1 1 2 . Dus het snijpunt heeft coördinaten ( 1 2 , ‐1 1 2 ) .

f

Zie bovenstaand assenstelsel.

g

Punt E ligt midden tussen A en B . Om van punt A naar E te komen, moet je 1 2 3 = 1 1 2 stap naar rechts en 1 2 1 = 1 2 stap naar boven.
Dus punt E heeft als coördinaten ( 1 2 , 4 1 2 ) .
Evenzo bereken je F ( 1,‐1 ) , G ( ‐1 1 2 ,1 1 2 ) en C ( ‐2,‐2 ) .

h

Een ruit.

6
a

A T = 3 2 + 3 2 + 6 2 = 54

b

Vanuit punt A kom je in P door 1 stap naar links, 1 stap naar achter en 2 stappen naar boven te maken.
Om vanuit P in Q te komen moet je dezelfde stappen maken, dus Q is ( 1,‐2,0 )

c

Vanuit punt R kom je in T door 3 stappen naar voren, 2 stappen naar links en 6 stappen naar boven te maken.
Dus de lengte van R T is 3 2 + 2 2 + 6 2 = 49 = 7

d

Als je van P naar R gaat, moet je 5 stappen naar achter, 0 stappen naar rechts en 2 stappen naar beneden.
Dus de lengte van P R is 5 2 + 0 2 + 2 2 = 29

e

De lengte van A C is 6 2 + 6 2 = 72 , verder zie figuur.

7
a

 

b
c

Zie bovenstaand assenstelsel.

d

Zie bovenstaand assenstelsel.

e

Het verschil van de twee coördinaten is kleiner dan 2 .

f

( 100,99 ) , ( 100,100 ) en ( 100,101 )

8
a

( ‐15,35 )

b

( ‐101,‐39 )

c

( ‐76,70 )

9
a
b

Zie plaatje bij antwoord a.

c

Zie plaatje bij antwoord a.

d
e

Zie bovenstaande uitslag.

f

lengte = 4 2 + 1 2 = 17

g

( 4,4,1 3 4 )

10
a
b

r + b = 6

c
d

r + b + g = 6

11
a
b

Parallellogram

c

Zie figuur: S ( 4,3 )

d

A ( 1,2 ) : x + 5 y = 1 + 5 2 = 1 + 10 = 11 klopt;
B ( 6,1 ) : x + 5 y = 6 + 5 1 = 6 + 5 = 11 klopt;

e

Snijpunt x -as: y = 0 invullen geeft x + 5 0 = 11 x = 11 , dus coördinaten ( 11,0 ) ;
Snijpunt y -as: x = 0 invullen geeft 0 + 5 y = 11 5 y = 11 y = 11 5 = 2 1 5 , dus coördinaten ( 0,2 1 5 )

12

De eerste coördinaat ligt tussen ‐6 en 1 . De tweede coördinaat ligt tussen ‐6 en ‐3 .

13
a

E ( 4,0,4 ) , F ( 4,4,4 ) , G ( 0,4,4 )

b

Zie bovenstaand plaatje.

c

Vanuit punt B ( 4,4,0 ) kom je in punt G ( 0,4,4 ) door 4 stappen naar achteren en 4 stappen naar boven te gaan. Punt Q krijg je dus door vanuit punt Q ( 4,4,0 ) 2 stappen naar achteren en 2 stappen naar boven te gaan. Dus punt Q heeft coördinaten ( 2,4,2 ) .
Als je 2 stappen naar rechts gaat vanuit P ( 2,2,2 ) , kom je in Q ( 2,4,2 ) . Het punt R krijg je dus door 1 stap naar rechts te gaan vanuit P ( 2,2,2 ) . Dus punt R heeft coördinaten ( 2,3,2 ) .

d

( ‐4,4,4 )

14
a

5 bij 8 bij 3

b

A B 2 = 5 2 + 8 2 + 3 2 = 98 , dus A B = 98