De omtrek is en de oppervlakte is .
De omtrek is en de oppervlakte is .
De omtrek is en de oppervlakte is .
Lengte spiraal is mm.
Oppervlakte kleinste vierkant is mm2.
Zijde driehoek is cm. Omtrek zeshoek is cm.
Oppervlakte tegel is m2.
Oppervlakte wit is .
Oppervlakte oker is .
Je kunt er een rechthoek van leggen:
Oppervlakte kamer is .
Je kunt het gebied verknippen tot een rechthoek.
De zijde is . De oppervlakte is dus .
De oppervlakte van de twee blauwe trapezia samen is , de oppervlakte van de twee oker driehoeken samen is , dus de oppervlakte van parallellogram is .
Noem die hoogte , dan .
, dus
.
De oppervlakte van is m2.
m
, dus .
Oppervlakte is .
Teken de hoogtelijn en bereken de hoogte van de driehoek met de stelling van Pythagoras.
Oppervlakte driehoek is .
,
Omdat en (-hoeken); gelijkvormigheidskenmerk .
De gelijkvormigheidsfactor van driehoek naar driehoek is (dat zie je aan de zijden en ). Dus is de hoogte van driehoek ook keer zo groot als die van driehoek . Omdat de hoogtes samen zijn, zijn de hoogtes afzonderlijk en .
Oppervlakte is en oppervlakte is .
De oppervlakte van de driehoeken en is . Trek daar de oppervlakte van driehoek vanaf en je vindt de oppervlakte van de driehoeken en : .
Oppervlakte parallellogram is ; oppervlakte driehoek is .
Dus is de oppervlakte van het trapezium .
Oppervlakte ene driehoek is ; oppervlakte andere driehoek is .
Dus is de oppervlakte van het trapezium .
Het parallellogram heeft basis en heeft oppervlakte .
Het trapezium is de helft daarvan en heeft dus oppervlakte .
Verdeel het trapezium in een vierkant van bij en een rechthoekige driehoek.
Oppervlakte trapezium is .
De omtrek bestaat uit acht halve cirkels. De totale lengte is dus die van vier hele cirkels: cm.
Je kunt de figuur verknippen tot een vierkant.
De oppervlakte is dus cm2.
We kiezen als basis een zijde van lengte . De bijbehorende hoogte noemen we , dan en de oppervlakte is .
Kies als basis de zijde met lengte en noem de bijbehorende hoogte weer , dan en de oppervlakte van het parallellogram is .
De stukken 1, 2 en 3 samen zijn even groot als de stukken 4, 5 en 6 samen.
De stukken 1 en 4 zijn even groot en de stukken 3 en 6 zijn even groot.
Dus zijn de stukken 2 en 5 ook even groot.
Driehoek is even hoog als driehoek , maar heeft een keer zo grote basis, dus een keer zo grote oppervlakte. Die is dus .
Driehoek is even hoog als driehoek , maar de bases verhouden zich als . Hun oppervlaktes verhouden zich dus ook als .
Dus is driehoek driezevende deel van driehoek .
Zijn oppervlakte is dus .
De oppervlakte van het rechter parallellogram is keer zo grote oppervlakte. De oppervlaktes verhouden zich dus als .
De twee witte driehoeken vormen een rechthoek van bij . Door deze en het kleine vierkant van het grote vierkant weg te halen, houd je de oker pijl over. Zijn oppervlakte is .
De trapezia hebben hoogte . Hun oppervlakte is . Dit is één derde van de oppervlakte van het hele vierkant.
Dus . Delen door geeft .
Het middenstuk heeft oppervlakte .
De oker driehoek is de helft daarvan en heeft dus oppervlakte .
De hoogte van die driehoek is , dus is zijn basis . Dus liggen en cm van elkaar.
De oppervlakte van de vierkanten is , , en cm2.
Noem de oppervlakte van de witte stukken (de overlappingen) van links naar rechts:
, en .
De blauwe oppervlakte is dan en de oker oppervlakte is .
De oppervlaktes verschillen dus .
De oppervlakte van het vierkant is cm2.
Oppervlakte kwartcirkel is .
Oppervlakte oker is cm2.
De strook bestaat uit drie rechthoeken (elk met oppervlakte ) en drie sectoren die samen een volle cirkel vormen.
De oppervlakte van de strook is cm2.
Verdeel driehoek in twee driehoeken zoals in de figuur. Je ziet dan dat de uitstekende driehoeken
samen even groot zijn als het oker gebied. Dat oker gebied is zelf weer de helft
van rechthoek .
Dus rechthoek heeft
oppervlakte cm2.
In de verdeling zie je dat het grijze gedeelte bestaat uit van de trapezia. Dus de helft is blauw.
Diameter van de aarde is meter, de straal is daar de helft van en dus m.
Diameter van de aarde tot het verlengde touw is meter,
de straal is daar de helft van en dus meter.
Het verschil is meter,
dus net geen cm.
Een kat zou er wellicht net onderdoor kunnen kruipen.
Het aardige is dat dit onafhankelijk is van de grootte van de bol. Ook bij het verlengen
met een meter van een touw dat strak om een voetbal zit, zal het touw net geen cm van de bal af komen te zitten.