Driehoek heeft hoeken van , en . Met nog zo'n exemplaar, kun je een regelmatige (= gelijkzijdige) driehoek maken.
Neem aan dat de lengte .
Wat is dan de lengte van ?
Bereken ook de exacte lengte van gebruik het -teken.
Wat zijn de lengtes van de zijden van een -driehoek waarvan de kortste rechthoekszijde 8 is? Gebruik gelijkvormigheid.
Wat zijn de lengtes van de zijden van een -driehoek waarvan de kortste zijde is? Gebruik gelijkvormigheid.
Driehoek is een driehoek met hoeken van , en . Met nog zo'n exemplaar kun je een vierkant leggen. In de paragraaf Wortels heb je gezien dat als , dan .
Hoe lang is de schuine zijde in een -driehoek als de rechthoekszijden 4 zijn? Gebruik gelijkvormigheid.
Hoe lang is de schuine zijde in een -driehoek als de rechthoekszijden zijn? Gebruik gelijkvormigheid.
In een -driehoek verhouden de lengtes van de zijden zich als
.
In een -driehoek verhouden de lengtes van de zijden zich als
.
In het plaatje zijn sommige zijden en hoeken onbekend.
Bepaal de lengtes van deze zijden en de groottes van deze hoeken.
Bereken in de figuur.