19.2  De oplossing zoeken (2) >
Een vergelijking opstellen
1

Een grote rechthoekige fabriekshal heeft een vloeroppervlakte van 600  m2. De lengte is 10  meter groter dan de breedte.
Noem de breedte (in meters) x .

a

Welke vergelijking geldt voor x ?

b

Welk getal is x ?

2

Een rechthoek heeft oppervlakte 24 ; de lengte is 5 groter dan de breedte.
Noem de breedte x .

Stel een vergelijking in x op (maak eventueel een plaatje) en bepaal x .

3

Een rechthoek heeft oppervlakte 72 ; de lengte is 1 groter dan de breedte.
Noem de breedte x .

Stel een vergelijking in x op en bepaal x .

4
5

Van twee positieve gehele getallen is het product 80 ; het verschil van de twee getallen is 2 .
Noem het kleinste getal x .

a

Stel een vergelijking in x op en bepaal x .

Van twee positieve gehele getallen is het product 80 ; het verschil van de twee getallen is 11 .
Noem het kleinste getal x .

b

Stel een vergelijking in x op en bepaal x .

4s
5s

Op een bingo zijn een heleboel prijzen:
één 1 ste prijs van 20  euro,
twee 2 de prijzen van elk 19  euro,
drie 3 de prijzen van elk 18  euro,
vier 4 de prijzen van elk 17  euro,
enzovoort.

a

Hoeveel prijzen zijn er van 11  euro?

b

En van x euro?

De drie prijzen van 18  euro zijn samen 54  euro waard.

c

Hoeveel euro zijn de prijzen van 11  euro samen waard?

d

En die van x euro?

e

Bepaal x , zo dat de prijzen van x euro samen 104  euro waard zijn.

6
a

Voor welk positief geheel getal x geldt:
x ( x + 2 ) = 8 ?

b

Voor welk positief geheel getal x geldt:
x ( x 3 ) = 40 ?

De Babyloniërs leefden rond 2000 voor Christus in het gebied dat tegenwoordig Irak heet. Zij deden ook al aan wiskunde. Ze schreven hun opgaven in spijkerschrift op kleitabletten. Daarvan zijn er veel bewaard gebleven. De opgaven gaan onder andere over vergelijkingen, zoals de volgende opgave.

7

Vind twee getallen, waarvan de som 10 is en het product 21 is.

a

Welke getallen zijn dat?

b

Noem een van de getallen x . Welke vergelijking hoort bij deze vraag?

Nog zo eentje, maar dan met grotere getallen.
We gaan twee getallen zoeken, waarvan de som 30 is en het product 216 .

c

Noem een van de getallen x . Welke vergelijking hoort bij deze vraag?

d

Schrijf 216 op zo veel mogelijk manieren als product van twee positieve gehele getallen.

e

Van welke twee getallen is de som 30 en het product 216 ?

De Babyloniërs kenden geen negatieve getallen; die kwamen ze bij hun problemen nooit tegen. Negatieve getallen zijn pas veel later "uitgevonden", namelijk in de achttiende eeuw.
Onze vergelijkingen kunnen best negatieve oplossingen hebben.

8

Als het goed is, heb je in opgave 18a de vergelijking x ( x + 2 ) = 80 gevonden met als antwoord x = 8 . Dat is de enige positieve oplossing. Maar er is ook nog een negatieve oplossing, namelijk x = 10 .

Controleer door invullen dat 10 inderdaad aan de vergelijking voldoet.

9

Bepaal ook de negatieve oplossing bij opgave 15, 16, 17 en 19.

10

Er zijn ook vergelijkingen met alleen negatieve getallen als oplossing.

Bepaal de negatieve oplossingen van de vergelijking x ( x + 8 ) = 12 .

11
12

Bepaal van de volgende vergelijkingen beide oplossingen.
x ( x + 1 ) = 30
x ( x + 9 ) = 20
x ( x 5 ) = 4

11s
12s

Bepaal van de volgende vergelijkingen beide oplossingen. Schrijf het linkerlid in de vorm x ( ) .
x 2 + 5 x = 24
5 x 2 15 x = 350
‐3 x 2 + 12 x = 9