20.2  De wereld in kaart >
1

In een atlas worden de twee manieren van plaatsbepaling gebruikt. De kaarten worden door lijnen verdeeld in vakken. Zowel de vakken als de lijnen zijn gecodeerd. In het plaatje zie je een voorbeeld.

In welk vak ligt Haarlem?

Op de kaart van Nederland zie je bij de lijnen getallen staan. Dit zijn de lengte- en breedtegraden. Al sinds de Griekse tijd worden plaatsen op aarde voorzien van zogenaamde coördinaten. Dat zijn getallen die iets vertellen over de ligging van een plaats. In de tweede eeuw voor Christus ontwikkelde Hypparchos van Alexandrië het systeem van lengte- en breedtecirkels zoals dat nu dus nog steeds gebruikt wordt. Het systeem werkt als volgt.

Elke plaats op aarde ligt tussen 180 westerlengte en 180 oosterlengte en tussen 90 noorderbreedte en 90 zuiderbreedte. De evenaar is de breedtecirkel die hoort bij 0 . De lengtecirkel die hoort bij 0 wordt de meridiaan van Greenwich genoemd.

Op de aardbol is de plaats aangegeven die op 20 oosterlengte en 50 noorderbreedte ligt.

We zeggen: de coördinaten zijn 20 OL, 50 NB.

2
a

Geef op de aardbol op het werkblad de drie plaatsen met de volgende coördinaten aan: 20 WL, 50 NB; 50 OL, 20 ZB; 50 WL, 20 ZB.

b

Kleur op het werkblad het gebied waar de plaatsen liggen tussen 20 OL en 40 OL en tussen 0 NB en 60 NB.

c

Geef ook de noordpool aan op de aardbol.

Om de noordpool aan te geven heb je maar één coördinaat nodig.

d

Wat is die coördinaat?

3
4

Op kaarten staan vaak breedte- en lengtecirkels. Daarmee kan dan de ligging van een plaats worden bepaald.

St. Petersburg ligt op 30 OL, 60 NB.

a

Geef St. Petersburg met een stip op de kaart op het werkblad aan.

b

Kleur op de kaart het gebied dat ligt tussen 120 OL en 180 OL en tussen 40 ZB en 10 ZB.

Op de kaart is Amsterdam aangegeven.

c

Lees af wat de coördinaten zijn van Amsterdam.

Santiago de Chile ligt op 70 WL, 33 ZB.

d

Geef Santiago met een stip aan.

3s
4s
a

Wat is de antipode van de noordpool?

b

En wat is de antipode van het punt 0 OL, 0 NB?

Op de wereldbol op je werkblad is het punt met coördinaten 50 WL, 45 NB aangegeven.

c

Teken de antipode van dit punt.

Santiago de Chile ligt op 70 WL, 33 ZB.

d

Geef de antipode van Santiago de Chile op de wereldkaart op je werkblad aan.