Hoofdstukken > Verhoudingen en grafieken

Evenredig

$\frac{600}{8} \cdot 3 = 225$ gram bloem ; $\frac{600}{8} \cdot 5 = 375$ gram melk

$\frac{100 n}{8} \cdot 3 = 37,5 n$ gram bloem ; $\frac{100 n}{8} \cdot 5 = 62,5 n$ gram melk

$n$	$1$	$2$	$3$	$4$	$n$
hoeveelheid bloem	$37,5$	$75$	$112,5$	$150$	$37,5 n$
hoeveelheid melk	$62,5$	$125$	$187,5$	$250$	$62,5 n$

$p$	$10$	$20$	$40$	$100$	$300$
$q$	$3$	$6$	$12$	$30$	$90$

$p = 3 \frac{1}{3} q$ of $q = \frac{3}{10} p$

Een rechte lijn door de oorsprong.

$s$	$8$	$1$	$7$	$40$
$t$	$24$	$3$	$21$	$120$

$t = 3 s$ of $s = \frac{1}{3} t$

$B = \frac{12}{4} \cdot 11 = 33$ ; $B = \frac{0,4}{4} \cdot 11 = 1,1$

$B = \frac{11}{4} A = 2 \frac{3}{4} A$ (of $A = \frac{4}{11} B$ )

Een rechte lijn door de oorsprong.

$y = c \cdot x$ , waarbij $c$ een constante is.

$P_{z}$	$0$	$100$	$200$	$500$
$P_{m}$	$0$	$121$	$242$	$605$

Formule: $P_{m} = 1,21 P_{z}$ , wel evenredig.

$z$	$0$	$1$	$2$	$5$
$O$	$0$	$4$	$8$	$20$

Formule: $O = 4 z$ , wel evenredig.

$z$	$0$	$1$	$2$	$5$
$A$	$0$	$1$	$4$	$25$

Formule: $A = z^{2}$ , niet evenredig.

$g$	$0$	$4$	$8$	$12$
$C$	$1,0$	$4,0$	$7,0$	$10$

Formule: $C = \frac{3}{4} g + 1$ , niet evenredig.

$\frac{239.000}{2500} = 95,6$ , dus $95$ volle.
Onroerendezaakbelasting is dan: $95 \cdot 4,44 = € 421,80$ .

Bijvoorbeeld: $95 \cdot 2500 = € 237.500$ , dus $€ 238.000, -$ .

$\frac{312.000}{2500} = 124,8$ , dus $124$ volle.
Onroerendezaakbelasting is dan: $124 \cdot 4,44 = € 550,56$ , dus $€ 550, -$ .

Dan moet je tussen de $124$ en $125$ volle $€ 2500, -$ zitten. De laagste waarde is dan $124 \cdot 2500 = € 310.000, -$ en de hoogste waarde mag net niet $125 \cdot 2500 = € 312.500, -$ zijn, dus de hoogste waarde is afgerond op duizend euro $€ 312.000, -$ .

$2500$ en $4,44$

$630 : 4,44 \approx 141,89$ en $631 : 4,44 \approx 142,12$ . Dus de waarde moet tussen $142$ en $143$ volle $€ 2500, -$ zitten. De laagste waarde is dan $142 \cdot 2500 = € 355.000, -$ en de hoogste waarde mag net niet $143 \cdot 2500 = € 357.500, -$ zijn.
Dus $€ 355.000, -$ of $€ 356.000, -$ of $€ 357.000, -$ .

Evenredig in de praktijk

Niet evenredig. Een baby van twee weken is niet twee keer zo zwaar als een baby van één week.

Wel evenredig. Twee keer zoveel tomaten kosten ook twee keer zoveel.

Niet evenredig. Als het harder waait, levert een windmolen wel meer vermogen, maar het wordt vanaf een windsnelheid van $12$ m/s niet meer hoger. En bij windsnelheden boven $25$ m/s wordt de windmolen automatisch stilgezet.

Wel evenredig. Voor twee keer zoveel euro's krijg je ook twee keer zoveel dollars.

Wel evenredig. Twee keer zoveel kracht betekent ook twee keer zoveel uitrekking.

Niet evenredig. Bij de langere afstanden wordt minder snel geschaatst dan bij de kortere afstanden.

Niet evenredig. Het verband is kwadratisch. Als je twee keer zo hard rijdt, wordt de afstand vier keer zo groot.

Niet evenredig. Je krijgt korting bij langere afstanden en er is een maximumprijs voor een dagkaart.

Wel evenredig. Als je twee keer zo veel krijgt toegediend, dan krijg je ook twee keer zoveel werkzame stof binnen.

Evenredig en lengte

$1,5$ keer zoveel

$y = 1,5 x$

Ja, $4$ . Ja, $\sqrt{2}$ .

Allemaal even lang.

Ja, $π$ .

Allemaal even grote omtrek.