1
a

0,15 500 = 75  ml = 75  g

b

100  mg = 0,1  g
0,1 : 2,5 100 = 4  g = 4  ml

2
a

Per drie keer (dat is per dag): 14 15 = 210  mg, dus per keer: 210 : 3 = 70  mg, ofwel 70 : 250 5 = 1,4 ml per keer.

b

Totale hoeveelheid Bicilline: 5 1,3 = 6,5  mln IE.
Dat is genoeg voor 6,5  mln : 800.000 = 8,125 , dus 8  dagen.

c

8200  gram = 8,2  kg , 8,2 4 = 32,8  mg nodig per dag, dus per dosis:
32,8 : 3 = 10,93  mg.
Aantal druppels: 10,93 : 45 25 = 6,1 , dus 6  druppels per keer.

3
a

3 % van 250  ml is 7,5  ml.

b

Als er 3 % zout in de oplossing zit, dan is de rest water. Dus de oplossing bevat 97 % water. En 97 % van 250  ml is 242,5  ml.

4
a

75  microgram is 0,075  mg, de aanwezige ampullen bevatten: 0,5  mg /  2  ml, dus 0,25  mg / ml.
0,075 : 0,25 = 0,3  ml zal mevrouw toegediend krijgen.

b

62,5  microgram is 0,0625  mg
0,0625 : 0,25 = 0,25  tablet, dus 1 4  deel van een tablet.

5

Elk etmaal 20 a  mg paracetamol.
Per portie is dat 20 a : 4 = 5 a  mg en dat is 5 a : 24 = 5 24 a  ml per portie.

6
a

Hoeveelheid zuurstof is 2 200 = 400  liter.
Met 400  liter doe je 400 : 0,5 = 800  minuten.
Van 08.30 uur tot en met 20.30 uur is 12  uur. 800  minuten eraf 12  uur is 80  minuten over.
Dus mevrouw Evers heeft nog 80 0,5 = 40  liter over in de fles.

b

In 4  uur tijd heeft ze 240 0,5 = 120  liter verbruikt.
Dan is er nog 400 120 = 280  liter over.
De manometer geeft dan 280 : 2 = 140  bar aan.

c

Ja, hoeveelheid zuurstof = 2 b . De grafiek is een lijn door de oorsprong.

7
a

1  liter = 1000  ml, 24  uur = 1440  minuten, aantal druppels is 1000 20 = 20.000
Druppelsnelheid is dan: 20.000 : 1440 = 13,9  druppels per minuut.

b

Van 08.15 uur tot en met 11.00 uur is 2 3 4  uur later. In 12  uur 500  ml, dus in 2 3 4  uur, 2 3 4 12 500 = 114 7 12  ml.
1  ml = 1000  mg = 2,5  mg NaCl, dus de heer Poen heeft 114 7 12 2,5 = 286,46  mg = 0,286  g NaCl binnengekregen.
Opmerking: als je doorrekent met 13,9 druppels per minuut, dan is het antwoord 0,287 g.

c

08.15 uur + 12.00 uur is 20.15 uur