1
a

9 : 3 4 = 12

b

16 : 4 7 = 28

c

32 : 8 5 = 20

2
a

1 + 2 + 3 = 6 , en 6 25 = 150  kg.

b

Voor 1800  kg beton heb je 1800 : 6 = 300  kg cement nodig. Dat zijn dus 300 : 25 = 12 zakken.

c

Voor 1800  kg beton heb je 1800 : 6 3 = 900  kg cement nodig. Dat zijn dus 900 : 50 = 18  zakken.

3
a

n

1

2

5

10

15

25

k

0,4 0,8 2 4 6 10
b

k = 0,4 n

c

Een rechte lijn door de oorsprong.

d

12  minuten en 55  seconden is 775  seconden. Dus 775 : 25 = 31  seconden per ronde.

e

n

1

4

8

10

15

21

t

31 124 248 310 465 651
f

t = 31 n

4
a

600 : 90 = 6 2 3  uur = 6  uur en 40  minuten

b

90  ml per uur komt overeen met 90 20 = 1800  druppels per uur. Dat zijn dus 1800 : 60 = 30  druppels per minuut.

5
a

5 % van 300  ml is 15  ml

b

300  ml in 2  uur komt overeen met 300 20 = 6000  druppels in 120  minuten. Dat zijn dus 6000 : 120 = 50  druppels per minuut.

6
a

De verandering is 89 129 129 100 % = 31 % , dus de afname is 31 % .

b

1 % = 45 : 107 = 0,4206  euro. Dus 100 % = 100 0,4206 = 42,06  euro.

c

70 % = 385  euro. Dus 1 % = 385 : 70 = 5,5  euro. En 100 % is dus 550  euro.

7
a

Lager, want er gaat meer af door de laatste prijsdaling, dan er bij kwam door de eerste prijsstijging, omdat het bedrag hoger is geworden.

b

Het is het makkelijkst om met een beginprijs van 100  euro te rekenen. Na een verhoging van 30 % is de prijs 130  euro. Hier moet 30 % vanaf. Dat is 39  euro. Dus de eindprijs is 130 39 = 91  euro. Blijkbaar is de prijs is gezakt van 100 naar 91  euro, dat is een daling van 9 % .

8
a

Ford: 43.539 84,4 : 100 = 36.747 ; Peugeot: 29.642 : 73,4 100 = 40.384 ; Fiat: 21.373 16.896 21.373 100 % = 20,9 %

b

absolute stijging: Opel en Renault
relatieve stijging: Opel en Renault

c

Nee. Als je 50 % verliest van 1000 verlies je maar 500 . Als je 20 % verliest van 10.000 verlies je veel meer, namelijk 2000 .

d

Dat komt omdat de aantallen, waarmee de percentages berekend worden, behoorlijk van elkaar verschillen.

e

326.717 257.933 326.717 100 % = 21,05 %

f

Omdat de percentages in de laatste kolom afgerond is op een decimaal. Dus je gaat met afgeronde getallen doorrekenen en dat is niet goed.

9
a

Iets meer dan 120  km/uur.

b

Na 10  seconden.

c

Bij snelheden tussen 20 en 40  km/uur.

d

4 ; 4 ; 12

e

De grafiek van de auto met een minder goede acceleratie ligt onder de oorspronkelijke grafiek, de grafiek van de auto met een betere acceleratie ligt boven de oorspronkelijke grafiek. En beide grafieken starten in ( 0,0 ) en eindigen in ( 50,142 ) .

10

Bij model 1 zou de tabel als volgt zijn:

dag

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

aantal fruitvliegjes

200

230

260

290

320

350

380

410

440

470

Bij model 2 zou de tabel als volgt zijn:

dag

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

aantal fruitvliegjes

200

220

242

266

293

322

354

390

428

472

Als je naar de tabellen kijkt, past model 2 het beste bij Marks metingen.