6.4  De standaard cirkelbeweging >
1
a
figuur opgave 21d

Teken een cirkel met diameter 10  cm (dus straal 5  cm); laagste punt 0,5  cm boven de grond.

b

t = 45 en t = 105 .

c

Gemiddelde hoogte 11  meter.
t = 0 , t = 30 , t = 60 , t = 90 en t = 120 .

d

Zie figuur.
Periode: 60  seconden.

e

schuine zijde = 10  m. α = 60 ° .

f

H ( 10 ) = 11 + 10 sin ( 60 ° ) = 11 + 10 1 2 3 19,660

g

H ( 35 ) = 11 10 sin ( 30 ° ) = 6

h

evenwichtswaarde = 11 ;
amplitude = 10

2
a

 seconden

figuur opgave 22 b en c
b

Zie figuur.

c

Zie figuur.

3
a

0, 1 4 π , 1 2 π , 3 4 π , π ,1 1 4 π ,1 1 2 π ,1 3 4 π ,2 π

b

0, 1 6 π , 1 3 π , 1 2 π , 2 3 π , 5 6 π , π ,1 1 6 π ,1 1 3 π ,1 1 2 π ,1 2 3 π ,1 5 6 π ,2 π

4
a
figuur opgave 24

20 2 π 3,1831 , dus dat is 3  rondjes en dan nog 0,1831 360 ° 66 ° . Zie figuur.

b

t = 10 : 10 2 π 1,5915 , dus één rondje rechtsom en dan nog 0,5915 360 ° 213 ° .
t = 100 : 100 2 π 15,9155 , dus 15 rondjes en dan nog 0,9155 360 ° 330 ° .
Zie figuur.

5
a

1 6 π , 1 18 π , 5 5 9 π , 143 180 π

b

85,9 ° ; 171,9 ° ; 401,1 ° ; 360,0 °

c

Deel door 180 en vermenigvuldig met π .

d

Deel door π en vermenigvuldig met 180 .

e

graden

30 °

45 °

60 °

90 °

120 °

135 °

150 °

210 °

315 °

rad

1 6 π

1 4 π

1 3 π

1 2 π

2 3 π

3 4 π

5 6 π

1 1 6 π

1 3 4 π

6
a

De hoek is 4 π 180 ° 229,18 ° .
Teken de loodlijnen op de x - en y -assen.
cos ( 49,18 ° ) 0,65 , dus x 0,65 .
sin ( 49,18 ° ) 0,76 , dus y 0,76 .
Coördinaten: ( 0,65   ;   0,76 )

b

De hoek is 7 π 180 ° 401,07 ° , dus een vol rondje en dan nog 41,07 ° ; ( 0,75   ;   0,66 ) .

c

( 1,00   ;   0,00 )

7
a

sin ( 10 ) 0,544 en cos ( 10 ) 0,839

b

sin ( 10 ) 0,174 en cos ( 10 ) 0,984

c

De tweede en eerste coördinaat van het punt bij de standaard cirkelbeweging op tijdstip 10 .
Of: de tweede en eerste coördinaat van het punt bij de standaard cirkelbeweging als het punt een afstand van 10 stralen heeft afgelegd.

d

In een rechthoekige driehoek de verhouding overstaande zijde schuine zijde en aanliggende zijde schuine zijde bij een hoek van 10 ° .

8
a

cos ( 5,23 ) 0,49 en sin ( 5,23 ) 0,87

b
c

Zie figuur bij vraag b.

9
a

0

1 2 π

π

1 1 2 π

2 π

sin

0

1

0

1

0

cos

1

0

1

0

1

b

-

10
a
b

-

c

Horizontaal 1 2 π naar links schuiven (of 1 1 2 π naar rechts, of ...)

11
a

0,78 en 2,37

b

3,45 en 5,98

c

geen waarde van t

d

1 1 2 π 4,71

12
a

Tel 2 π bij de waarden op: 6,69 en 9,01 .

b

16,12 en 18,43

13
a

0,80 en 5,49

b

1,88 en 4,41

c

geen waarde van t

d

π 3,14

14
a

Tel 2 π bij de waarden op: 7,44 en 11,41 .

b

13,73 en 17,70

15
a

0,25 ; 6,54 ; 12,82 ; 19,10 ; 2,89 ; 9,17 ; 15,46

b

1,32 ; 7,60 ; 13,88 ; 4,97 ; 11,25 ; 17,53

c

5,76 ; 12,04 ; 18,33 ; 3,67 ; 9,95 ; 16,23

d

2,09 ; 8,38 ; 14,66 ; 4,19 ; 10,47 ; 16,76