1.6  Effectgrootte >
1
a

Groter, want de diameter is groter en de sd is hetzelfde.

b

Groter, want de diameter is hetzelfde, maar de sd is kleiner, dus er is minder overlap.

Overlap
2
a

De gemiddeldes verschillen 1 en de sd’s verschillen 0.

b

Op de eerste school lagen de cijfers dichter bij elkaar; er waren maar vier verschillende cijfers. Van de tweede school zijn de histogrammen breder.

c

Zie figuur op de volgende bladzijde.

d

20 van de 25 leerlingen, dat is 80%.

e

Δ = 20%

f

Op de eerste school, want daar is Δ het grootst.

Effectgrootte
3
a

D = 1 ( 0,99 + 0,99 ) / 2 = 1 0,99 1,01

b

D = 1 ( 1,93 + 1,93 ) / 2 = 1 1,93 0,52

c

Op de eerste school, want daar is D het grootst.

4
a

D = 6,8 6,2 ( 0,28 + 0,2 ) / 2 2,5

b

Het effect van kunstmest is erg groot.

5
a

10

b

9,9

c

1,01

6
a

leeftijd: D = 15,8 15,1 ( 0,9 + 0,7 ) / 2 0,88 , dus een groot verschil

cijfgem: D = 7,43 7,25 ( 0,675 + 0,772 ) / 2 0,25 , dus een klein verschil

cijfwis: D = 7,67 6,25 ( 0,968 + 1,164 ) / 2 1,33 , dus een groot verschil

kunstbel: D = 3,6 2,7 ( 1,02 + 1,13 ) / 2 0,84 , dus een groot verschil

huiswerk: D = 10,47 8,57 ( 3,41 + 3,15 ) / 2 0,58 , dus een matig verschil

b

Op variabele cijfwis.

c

Voor variabele leeftijd.

7
a

B-groep: gem = 7,43 ; sd = 0,77

A/C-groep: gem = 7,25 ; sd = 0,67

D = 7,43 7,25 ( 0,77 + 0,67 ) / 2 0,25

Er is dus slechts een klein verschil in cijfergemiddelde tussen deze twee groepen leerlingen.

b

6,0 ; 6,5 ; 7,0 ; 7,5 ; 8,0 ; 8,5 ; 9,0 ; 9,5

c

De groepen hebben niet dezelfde grootte.

8
a

D = 168 165 ( 7 + 7 ) / 2 0,43

b

Het effect van sekse op de lengte van 14-jarigen is matig.

c

D = 183 170 ( 7 + 7 ) / 2 1,86

Het effect van sekse op de lengte van 18-jarigen is erg groot.

9

D = 176,5 169,9 ( 8,6 + 8,9 ) / 2 0,75

Het effect van sekse op de lengte van deze 4vwo-leerlingen is matig.

10

A/C-groep: gem = 6,25 ; sd = 0,97

B-groep: gem = 7,67 ; sd = 1,16

D = 7,67 6,25 ( 0,97 + 1,16 ) / 2 1,3

Dit is een redelijk groot verschil. De uitspraak zou dus kunnen kloppen.