, ofwel (ongeveer) .
Uitslag , kans , dus (ongeveer) kans.
Gooi steeds met een dobbelsteen, noteer wat je gooit. Tel hoelang het duurt voor je verschillende getallen hebt.
, , , , ,
Gooi keer met een dobbelsteen, noteer wat je gooit. Tel hoeveel verschillende getallen je hebt.
Hoogtes gemeten in mm:
;
;
;
;
;
samen is dit .
Nog geen vier verschillende is:
,
of
verschillende, de kans daarop is
, dus ongeveer
% kans.
-
Bij een simulatie van keer bleek dit % te zijn.
Bij een simulatie van keer was dit keer boodschappen van euro.
weken,
dus zaterdagen,
elke maand een extra trekking geeft
trekkingen. (Tenzij er in een jaar zaterdagen vallen.)
keer
getallen is
getallen.
Elk getal komt gemiddeld ongeveer
keer.
Ook kan: .
Onderbedeeld bij of minder keer, dus , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . (Dit is vrijwel de helft.)
Hoort bij . van is , dus van de is blauw.
Waarschijnlijk dus %.
;
of meer komt van de
keer voor.
Kans is %.
Dat is één van de 40 keer gebeurd, dus de kans is .
Door de simulatie (veel) vaker dan 40 keer uit te voeren.
Dat gebeurde 4 van de 40 keer, dus die kans is .
Het is een beetje vreemd dat de uitkomst 18-19 zo weinig voorkomt, terwijl lagere en hogere aantallen keer kop vaker voorkomen. Waarschijnlijk is bij deze ene simulatie deze uitkomst 18-19 toevallig wat weinig voorgekomen (en de uitkomsten ernaast toevallig wat vaker). De werkelijke kans zal dus hoger zijn.
Dit zal bij een groot aantal series waarschijnlijk dicht in de buurt van 21% liggen.