Zie kansboom hieronder: uitvallen is 'U', niet uitvallen is 'N'.

De kans op stroomuitval is $\mathrm{0,3}\cdot \mathrm{0,25}=\mathrm{0,075}$.

$1-\mathrm{0,075}=\mathrm{0,925}$.

Zie laatste kolom in kansboom bij onderdeel a.

De kans op geen uitval is $\mathrm{0,7}\cdot \mathrm{0,75}=\mathrm{0,525}$.

De kans op uitval is $1-\mathrm{0,525}=\mathrm{0,475}$.

Kans op niet tegen de lamp lopen is $\mathrm{0,8}\cdot \mathrm{0,8}=\mathrm{0,64}$.
Kans op minstens een keer tegen de lamp lopen is $1-\mathrm{0,64}=\mathrm{0,36}$.

Kans op een dag niet tegen de lamp lopen is ${\mathrm{0,64}}^4\approx \mathrm{0,16781}$.
Kans op minstens een keer tegen de lamp lopen is $1-\mathrm{0,1678}=\mathrm{0,8322}$.

Zie tabel voor 100 kandidaten.

$\frac{62}{100}=62$%

$\frac{6}{38}\approx \mathrm{0,158}=\mathrm{15,8}$%

Studierichting V, man: $\mathrm{29,1}$% van $\mathrm{77,6}$% $=\mathrm{0,291}\cdot \mathrm{0,776}\approx \mathrm{0,2258}=\mathrm{22,58}$%
Studierichting P, man: $\mathrm{27,2}$% van $\mathrm{77,6}$% $=\mathrm{0,272}\cdot \mathrm{0,776}\approx \mathrm{0,211}=\mathrm{21,11}$% enzovoort
Studierichting V, vrouw: $\mathrm{34,4}$% van $\mathrm{22,4}$% $=\mathrm{0,344}\cdot \mathrm{0,224}\approx \mathrm{0,0771}=\mathrm{7,71}$% enzovoort

Zie tabel.

Studierichting V, man: $\mathrm{22,58}:\mathrm{30,29}\approx \mathrm{0,7455}=\mathrm{74,55}$%, dus vrouw: $\mathrm{25,45}$%.
Studierichting P, man: $\mathrm{21,11}:\mathrm{29,73}\approx \mathrm{0,7101}=\mathrm{71,01}$%, dus vrouw: $\mathrm{28,99}$%.
Studierichting L, man: $\mathrm{33,91}:\mathrm{39,98}\approx \mathrm{0,8482}=\mathrm{84,82}$%, dus vrouw: $\mathrm{15,18}$%.

Zie tabel.

Jongeren en alcohol: $25$% van de $\mathrm{0,20}=\mathrm{0,25}\cdot \mathrm{0,20}=\mathrm{0,05}$;
Jongeren en geen alcohol: $35$% van de $\mathrm{0,80}=\mathrm{0,35}\cdot \mathrm{0,80}=\mathrm{0,28}$, enz.
Dus: $67$% is veroorzaakt door ouderen.

Nee, onbekend is hoeveel procent van de jongeren die alcohol gebruikten een ongeluk veroorzaken.
Ook is onbekend hoeveel procent van alle jongeren alcohol gebruikt.

Met kansen: $\frac{5}{18}\cdot \frac{7}{10}\cdot \frac{4}{7}+\frac{13}{18}\cdot \frac{11}{16}\cdot \frac{6}{11}+\frac{13}{18}\cdot \frac{15}{26}\cdot \frac{7}{15}=\frac{17}{36}\approx 47\text{\%}$;
Met aantallen: $\frac{40+60+70}{360}=\frac{170}{360}=\frac{17}{36}\approx 47\text{\%}$.

Zie tabel.

$\mathrm{0,3}+x+y=1$, ofwel $y=\mathrm{0,7}-x$

$P$(Wel | Lang) $=\frac{\mathrm{0,1}}{\mathrm{0,1}+x}$

Dan $y=2x$
(want dan geldt $\frac{\mathrm{0,1}}{\mathrm{0,1}+x}=\frac{\mathrm{0,2}}{\mathrm{0,2}+y}$)

Dan $\frac{\mathrm{0,1}}{x}>\frac{\mathrm{0,2}}{y}$, ofwel $y>2x$.