Wortels vereenvoudigen 1
1
a

1 2 + 2 2 = 5 2

b

1 5 2 + ( 2 1 5 ) 2 = 1 2

c

De driehoek met zijden 6 , 12 , en 180 ontstaat uit die met zijden 1 , 2 en 5 door met 6 te vermenigvuldigen.

d

Als je de driehoek met zijden 5 , 2 5 en 5 met 1 5 vermenigvuldigt, krijg je de driehoek met zijden 1 5 , 2 1 5 en 1 . (Let op de derde zijde.)
Dus 1 5 = 1 5 5 . (Let op de eerste zijde.)

2
a
6 2 2 43
9 2 10 10
b
1 5 30 1 2 6
2 10
c
1 5 5 1 5 15
2 7 42 1 1 5
3

Het midden van A B noemen we M , dan is driehoek A C M een 30-60-90- graden-driehoek. Dus C M = 1 2 en A M = 1 2 3 , dus A B = 3 .

4

Twee zijden zijn: 6 2 , een zijde is 6 3 en de diagonalen zijn: 3 2 + 3 6 .

5
a

De andere rechthoekszijde is 289 x 2 . De twee rechthoekszijden samen zijn 40 17 = 23 .

b

8 en 15

6
a

Kwadrateren geeft: x 2 = x + 2 x 2 x 2 = 0 ( x 2 ) ( x + 1 ) = 0 x = 2 of x = 1 . Aan de oorspronkelijke vergelijking voldoet alleen x = 2 .

b

Kwadrateren geeft: x 2 = x + 2 x 2 x 2 = 0 ( x 2 ) ( x + 1 ) = 0 x = 2 of x = 1 . Aan de oorspronkelijke vergelijking voldoet alleen x = 1 .

c

x = x + 2 x 2 = x
Kwadrateren geeft: x 2 4 x + 4 = x x 2 5 x + 4 = 0 ( x 1 ) ( x 4 ) = 0 x = 1 of x = 4 . Aan de oorspronkelijke vergelijking voldoet alleen x = 4 .

7
a

a = x 2 + 1 , b 1 = 1 x , dus b = 1 x (gelijkvormigheid van de twee kleinere driehoeken). Verder c = 1 + 1 x 2 .
De rechthoekszijden van de grote driehoek zijn: x + 1 en 1 + 1 x , dus d = ( x + 1 ) 2 + ( 1 + 1 x ) 2 .
Anderzijds d = a + c = 1 + 1 x 2 + x 2 + 1 .

b

1 + 1 x 2 + x 2 + 1 = ( x + 1 ) 2 + ( 1 + 1 x ) 2
Kwadrateren geeft:
1 + 1 x 2 + 2 1 + 1 x 2 x 2 + 1 + x 2 + 1 = ( x + 1 ) 2 + ( 1 + 1 x ) 2 .
We bekijken eerst de linkerkant. Het deel 1 + 1 x 2 x 2 + 1 = x 2 + 1 x 2 x 2 + 1 = ( x 2 + 1 ) 2 x 2 = x 2 + 1 x , dus de linkerkant is:
1 + 1 x 2 + 2 1 + 1 x 2 x 2 + 1 + x 2 + 1 = x 2 + 1 x 2 + 2 + 2 x 2 + 1 x = x 2 + 1 x 2 + 2 + 2 x + 2 x .
en de rechterkant is:
( x + 1 ) 2 + ( 1 + 1 x ) 2 = x 2 + 2 x + 1 + 1 + 2 x + 1 x 2 .
Klopt!

Wortels vereenvoudigen 2
8
a

a 2 = ( 2 + 1 ) 2 + 1 2 = 4 + 2 2 , b 2 = ( 2 1 ) 2 + 1 2 = 4 2 2 en c 2 = ( 2 2 ) 2 = 8 , dus a 2 + b 2 = c 2 .

b

1 2 1 = 2 + 1 ? Kruislings vermenigvuldigen geeft: ( 2 + 1 ) ( 2 1 ) = 1 en dat klopt.

9

2 3 + 2 3 2 3 2 = 2 3 4 3 4 = 4 2 3
3 5 + 2 5 2 5 2 = 15 2 3 5 4 = 15 2 3
3 2 5 + 17 2 5 17 2 5 17 = 3 ( 2 5 17 ) 20 17 = 2 5 17

10

De afstand van A tot P noemen we x , dan A P = x 2 + 1 en B P = ( 8 x ) 2 + 1 , dus: ( 8 x ) 2 + 1 x 2 + 1 = 4 2 ( 8 x ) 2 + 1 = x 2 + 1 + 4 2 .
Kwadrateren geeft:
65 16 x + x 2 = x 2 + 1 + 32 + 8 2 x 2 + 2 32 16 x = 8 2 x 2 + 2 4 2 x = 2 x 2 + 2
Nogmaals kwadrateren geeft:
16 16 x + 4 x 2 = 2 x 2 + 2 x 2 8 x + 7 = 0 , dus x = 1 of x = 7 .
Dus x = 1 (want A ligt dichter bij P ).
Dus A P = 2 .

11
a

5 5 24 = 25 5 24 = 125 24 = 5 5 24 en
6 6 35 = 36 6 35 = 216 35 = 6 6 35

b

Neem aan: a a b = a a b , dan a 3 b = a a b , dus:
a 3 b = a + a b , dus (beide kanten delen door a en vermenigvuldigen met b ) geeft: a 2 = 1 + b b = a 2 1 .
Als je voor a = 2 neemt, krijg je 2 2 3 = 2 2 3 .
Als je voor a = 3 neemt, krijg je 3 3 8 = 3 3 8 .
Als je voor a = 4 of 5 neemt, krijg je de twee gevallen uit het vorige onderdeel.
Enzovoort.