en , want krijg je uit: door voor te nemen en uit door voor te nemen.
De componenten zijn en .
, dus en .
en
en
, dus in .
De driehoeken en zijn gelijkvormig, want en zijn evenwijdig. Verder: en , dus .
Voor het tijdstip waarop het punt passeert geldt: .
(Je kunt ook zeggen: in op en in op , dus in op .)
Op is in en op is in , dus op in .
We nemen eerst de massa's in en
samen tot een massa in
in . Het zwaartepunt ligt dus in het punt
op lijnstuk
zó, dat
, dus
is het punt .
Of, met de stelling voorafgaand aan opgave 30:
het zwaartepunt is .
Bij het overdragen van de massa blijft de -coördinaat van gelijk, dus
.
Lijn snijdt de -as in
.
Omdat
is de massa in
nu
.
Er is dus massa van
naar gebracht.
Of, met vectoren:
Stel massa in is , dan in massa . Voor de -coördinaat van geldt dan:
...
.
Er is dus massa van
naar gebracht.
en zijn de middens van en .
ligt op lijnstuk zó, dat .
en .
, , , , ,
Uit a volgt dat , want beide zijn gelijk aan .
Het snijpunt van de diagonalen noemen we .
Er geldt .
krijg je door een kwartslag rechtsom te draaien (want de diagonalen van de vlieger zijn even lang),
dus en dan , dus:
is en
is .
Zie de figuur hieronder.
is het midden van de rechthoek met hoekpunten , en .
is het midden van de rechthoek met hoekpunten , en .
Als oorsprong kiezen we , het midden van het overblijvende blauwe stuk, een vierkant.
is een roosterpunt.
De massa's van de rechthoeken en het vierkant zijn gelijk, dus het gevraagde zwaartepunt
is het meetkundig zwaartepunt
van driehoek . Voor dat zwaartepunt geldt: .
Dus ligt op lijnstuk zó, dat .