3.8  Met lineaire iteratiefunctie >
1
a

1040.000 , 1.084.000 , 1.132.400

b

F ( x ) = 1,1 x 60.000

c

-

d

1.379486,84

2
a
Zie tabel.
b

1,1

c

F ( x ) = 1,1 x

d

A n = 2000 1,1 n

e

S n = S n 1 ( 10.000 0,1 S n 1 ) = 1,1 S n 1 10.000

f

G ( x ) = 1,1 x 10.000

g

-

h

Er wordt steeds meer afgelost per jaar.

i

Als S n 0 wordt.

j

A n = 10.000 1,1 n 1 = 5 n = 1 + log ( 5 ) log ( 1,1 ) 17,9 , dus na 18 jaar

k

0,1 S n is de rente in het n -de jaar. Samen met de aflossing A n in dat jaar is dat 10.000 .
S n = 10 ( 10.000 2000 1,1 n ) = 100.000 20.000 1,1 n 1

3
a

B 10 = 1000 1,1 11 1 1,1 1 = 10.000 ( 1,1 11 1 )

b

-

4
a

A 0 = 3450 , A n + 1 = 1,1 A n + 1000

b

Het bedrag van 3450 is na 10 jaar: 3450 1,1 10 . In totaal heeft Anne na 10 dus A 10 = 3450 1,1 10 + 1000 ( 1,1 9 + 1,1 8 + 1,1 2 + 1,1 0 ) .
Met de somformule voor een meetkundieg rij vind je: A 10 = 3450 1,1 10 + 1000 1,1 10 1 1,1 1 .

5
a

Dan is a 1 = 0 en delen door 0 gaat niet.

b

Een rekenkundige rij met verschil b

c

A n = A 0 + n b

6
a

80484,87

b

-

c

Met de formule uit het theorieblok vind je:
M n = 1500 0,75 n 1 0,75 1 = 1500 4 ( 1 0,75 n ) = 6000 ( 1 0,75 n ) .

d

lim n 0,75 n = 0 , dus de limietwaarde van de medicijnspiegel is 6000 .

e

S n = 80.000 1,1 n 10.000 1,1 n 1 1,1 1 = 80.000 1,1 n 100.000 ( 1,1 n 1 ) = 100.000 20.000 1,1 n .

7

Met de formule: A n = 1.000.000 1,1 n 60.000 1,1 n 1 1,1 1 = 1.000.000 1,1 n 600.000 ( 1,1 n 1 ) = 600.000 + 400.000 1,1 n

8
a

Controleer met GR.

b

Bij F ontstaat er bij beide startwaarden een periodieke rij. Er is dus in geen van de gevallen een limietwaarde.
Bij G is bij beide startwaarden de limiet: 4 .
Bij H en bij K is er in beide gevallen geen limietwaarde.

c

Het eerste antwoord hoort bij startwaarde 2 , het tweede bij startwaarde 6 .
Bij F :
A n = 2 ( 1 ) n + 9 ( 1 ) n 1 1 1 = 2 1 2 ( 1 ) n + 4 1 2
A n = 6 ( 1 ) n + 9 ( 1 ) n 1 1 1 = 1 1 2 ( 1 ) n + 4 1 2
Bij G :
A n = 2 ( 3 4 ) n + 7 ( 3 4 ) n 1 3 4 1 = 2 ( 3 4 ) n + 4
A n = 6 ( 3 4 ) n + 7 ( 3 4 ) n 1 3 4 1 = 2 ( 3 4 ) n + 4
Bij H :
A n = 2 + 2 n
A n = 6 + 2 n
Bij K :
A n = 2 ( 1 1 3 ) n 1 2 3 ( 1 1 3 ) n 1 1 1 3 1 = 3 ( 1 1 3 ) n + 5
A n = 6 ( 1 1 3 ) n 1 2 3 ( 1 1 3 ) n 1 1 1 3 1 = ( 1 1 3 ) n + 5

9
a

Als n groot wordt, dan komt ( 3 4 ) n steeds dichter bij 0 ( lim n ( 3 4 ) n = 0 ).
Vanwege het min-teken voor 3 4 , zodoende is ( 3 4 ) n afwisselend positief en negatief.

b

( 1 1 3 ) n wordt oneindig groot als n oneindig groot wordt.
De rij is dalend omdat 3 ( 1 1 3 ) n steeds kleiner (negatiever) wordt als n groter wordt.

c

( 1 1 3 ) n wordt oneindig groot als n oneindig groot wordt.
De rij is stijgend omdat ( 1 1 3 ) n steeds groter wordt als n groter wordt.

10

Een directe formule is: A n = A 0 a n + b 1 a n 1 a , dus
A n = A 0 a n + b 1 a ( 1 a n ) , dus A n = b 1 a + ( A 0 b 1 a ) a n .

11
a

Ja, want de richtingscoëfficiënt van de iteratiefunctie is 0,8 .
De limietwaarde is b 1 a = 250 .

b

A n = 250 + 250 0,8 n

c

B 0 250 = 400 , dus B 0 = 650 .

12
a

1,01 12 = 1,1268 , dus 12,7 %

b

1,00581 12 = 1,07199 , klopt.

c

1,11 12 = 1,00873 , dus 0,87 %

13
a

De kolom bij 200 met 1,25 vermenigvuldigen.
Nee, je m

b

F : x 1,00873 x + 100

c

De GR geeft: 81601,5

d

A n = 100 1,00873 n + 1 0,00873 ( 1,00873 n 1 ) ; voor n = 240 geeft dit: 81601,50689 .