7.3  Verdeling typeren en groepen vergelijken >
1
a

In het midden.

b

In het midden.

c

Rechts van de modus.

2
  • 3500  euro

  • 3750  euro

  • 4000  euro

  • 4250  euro

3
a

Bij een staart naar rechts zijn meer dan 50 % van de waarnemingen lager dan het gemiddelde, maar precies 50 % lager (of gelijk aan) de mediaan

b

Een paar mensen met een groot inkomen zouden het gemiddelde inkomen behoorlijk doen stijgen zonder dat de grote massa daar iets van merkt.

4
a

Van links naar rechts is de mediaan achtereenvolgens gelijk aan, groter dan, kleiner dan, gelijk aan het gemiddelde.

b

-

5
a

A: 6,1 ; B: 6,1 ; C: 7,7 ; D: 6,1

b

De spreiding bij A is veel groter; A heeft meer uitschieters.

c

De cijfers van C liggen allemaal een stukje hoger; het gemiddelde is hoger.

d

Nee, bij D liggen ze toch iets meer gegroepeerd bij het gemiddelde.

e

D, B, C, A.
Dit leid je als volgt af:
De spreidingsbreedte van D en B is even kort ( 8 ), maar bij D zitten de tussenliggende waarde dichter op elkaar dan bij B.
De spreidingsbreedte van A is net eentje langer dan van C, terwijl ze een redelijk gelijke mate van spreiding daar tussenin hebben: C zal een net iets kleinere SD hebben dan A.

f

De uitschieter geeft een erg grote afwijking ten opzichte van het gemiddelde en heeft daardoor een te groot effect op de waarde van de SD .

g

De afstand tot het gemiddelde wordt kleiner, daardoor wordt (de variantie en dus ook) de standaardafwijking kleiner.

6
a

jongens: redelijk symmetrisch; meisjes: ook redelijk symmetrisch, afgezien van die ene uitschieter naar boven

b

: gem = 180,4 ; : gem = 168,8 ; zie linker grafiek

c

: SD = 7,88 ; : SD = 7,08 ; zie rechter grafiek

d

De eenheid variantie is cm2; de eenheid SD is cm; de SD is beter omdat de eenheid overeenkomt met de eenheid van de variabele.

7

De SD is het kleinst voor de meisjes. De eindcijfers van de meisjes zijn vrijwel symmetrisch verdeeld, terwijl bij de jongens meer tellingen in de linker staart zitten.
Controle: klassenmiddens invoeren ( 6,25 ; 6,75 ; 7,25 ; ... ) , frequenties invoeren dan met de GR; jongens: sd 0,574... ; meisjes: sd 0,508... , dus klopt.

8

De SD is het kleinst voor de vrouwen omdat de cumulatieve frequentiepolygoon van de vrouwen steiler is.

9

De SD is het kleinst voor de meisjes omdat bij de meisjes de spreidingsbreedte kleiner is en de waarnemingen meer gecentreerd liggen.

10

Van kleinste naar grootste SD: hagel (kleinste box en spreidingsbreedte), onweer, sneeuw, mist (grootste box en spreidingsbreedte).