-

-

$\mathrm{2,5}$ keer de SD ; dus uitzonderlijk.

$\mathrm{1,8}$ keer de SD ; dus vrij uitzonderlijk.

jongen: $\mathrm{1,67}$ ; meisje: $\mathrm{2,20}$

$164$ cm

$164-10\cdot \mathrm{1,6}=148$ cm

$\mathrm{0,5}$ ; $\mathrm{0,16}$ ; $\mathrm{0,34}$

Beide worden $\mathrm{2,54}$ keer zo klein.

Het gemiddelde wordt kleiner. De standaardafwijking verandert niet.

De totale oppervlakte onder de kromme is $1$ en de oppervlakte links van $\mathrm{‐}\mathrm{1,5}$ is gelijk aan de oppervlakte rechts van $\mathrm{1,5}$.

$\mathrm{0,1587}$ ; $\mathrm{0,0228}$

$\mathrm{0,8413}-\mathrm{0,5000}=\mathrm{0,3413}$

$\mathrm{0,1587}$ ; $\mathrm{0,6826}$ ; $\mathrm{0,6687}$ ; $\mathrm{0,6687}$

$\mathrm{1,8}$

$\Phi (\mathrm{1,8})$ is de oppervlakte links van $\mathrm{1,8}$, dus de fractie die kleiner is dan $200$ cm.
$\mathrm{3,59}\text{\%}$ is langer dan $200$ cm.

$z$-waarde = $\mathrm{‐}\mathrm{1,5}$; $\Phi (\mathrm{‐}\mathrm{1,5})=1-\Phi (\mathrm{1,5})=1-\mathrm{0,9332}=\mathrm{0,0668}$, dus ongeveer $7\text{\%}$.

$z$-waarde bij deze $2\text{\%}$ is $\mathrm{‐}\mathrm{2,05}$.
$\frac{985-\text{gemiddelde}}{10}=\mathrm{‐}\mathrm{2,05}$ geeft gemiddelde is $\mathrm{1005,5}$.

$\mathrm{13,73}$ punten

$z$-waarde bij $\mathrm{0,8}$ is $\mathrm{0,84}$.
$\frac{\text{grens}-62}{\mathrm{13,79}}=\mathrm{0,84}$ geeft grens is $\mathrm{73,58}$, dus $74$ punten.

$\mathrm{0,26}\text{\%}$

$\text{σ}=\mathrm{3,57}$ seconden

$\text{μ}=\mathrm{95,36}$ seconden