Bijvoorbeeld door aselect inwoners van de wijk “Zuilen” te selecteren uit de Gemeentelijke Basis Administratie, zodat elke inwoner dezelfde kans heeft om in de steekproef te komen.
Tussen en .
-gebied: tel de ( van ) kleinste uitkomsten en de grootste uitkomsten en bepaal zo de grenzen: ongeveer tussen en .
Tussen de grenzen en past keer de SD. Dus de SD is ongeveer .
-
-
-
-
-
De histogrammen worden smaller; de spreiding wordt dus kleiner.
De grenzen van het -gebied worden bepaald door (de wortel van) een breuk waarin je deelt door de steekproefomvang. Als de steekproefomvang toeneemt, dan wordt de noemer groter en de breuk dus kleiner. Dus de grenzen komen bij een grotere steekproefomvang dichter bij de populatieproportie te liggen.
-
-
-
-
-
-
De formule voor steekproefgemiddelden geeft: als linkergrens en als rechtergrens punten.
Bij een steekproef van kandidaten worden de grenzen en ; het -gebied wordt smaller.
De formule voor steekproefproporties geeft voor het -gebied: als linkergrens en als rechtergrens .
zit niet in dit gebied dus met een betrouwbaarheid van kunnen we zeggen dat kandidaat A zal winnen.
De formule geeft voor het -gebied van steekproefproporties:
als linkergrens en als rechtergrens .
valt hier niet binnen en past dus niet bij de te verwachten onnauwkeurigheid. Dus
het aantal voorstanders is met een betrouwbaarheid van toegenomen.
Rechtergrens -gebied: en er zullen dan minstens mensen van de moeten slagen.