1

In het wetenschapskatern van De Volkskrant van 9 oktober 2010 stond een artikel over het nut van een griepprik. Je ziet hier de kop en enkele fragmenten uit het artikel.

Lees het bovenstaande artikel. In de kop van het artikel kun je zien welke conclusie de schrijver van het artikel uit het onderzoek trekt.

a

Ben je het zonder meer met deze conclusie eens? Licht je antwoord toe.

b

Is de steekproef representatief voor alle moeders over de gehele wereld? Voor wie kan de steekproef wel representatief zijn? Licht je antwoorden toe.

c

Staat er in het artikel iets over de betrouwbaarheid van de getrokken conclusie? Waar zou die betrouwbaarheid vanaf kunnen hangen?

d

Welke conclusie zou je zelf trekken na het lezen van dit artikel?

Bij veel statistische onderzoeken worden twee groepen getest en met elkaar vergeleken. Er wordt dan vaak een steekproef genomen van elke groep. Een verschil in steekproefuitkomsten kan door toeval tot stand komen en hoeft dus niet te betekenen dat de onderliggende populaties in werkelijkheid ook verschillen. Je wilt dus een conclusie kunnen trekken of het verschil tussen de groepen toevallig is of niet. In dit hoofdstuk maak je kennis met een aantal manieren om dit te doen. De keuze welke manier geschikt is in een bepaalde situatie is afhankelijk van de soort variabele waar je mee te maken hebt.

2
a

Als je de voorkeur van Nederlandse kiesgerechtigden voor een bepaalde politieke partij in kaart wilt brengen heb je dan met een kwalitatieve of een kwantitatieve variabele te maken? En is er sprake van een nominaal of een ordinaal meetniveau?

Iemands interesse voor het kijken naar sport op tv wordt uitgedrukt in een cijfer op een vierpuntsschaal (1 = vaak, 2 = regelmatig, 3 = onregelmatig, 4 = vrijwel nooit).

b

Van welke soort variabele en welk meetniveau is hier sprake?

c

Kun je een voorbeeld geven van een kwantitatieve variabele?