9.5  Nominale variabelen vergelijken >
1
a

Bijvoorbeeld:

b

Bijvoorbeeld:

2

De voorspelling zou kunnen zijn:
gering ; gering
groot ; groot
groot ; groot

De waarden voor p h i zijn:
0 ; 0
1 ; 1
0,723 ; 0,877

3

De voorspelling zou kunnen zijn:
middelmatig ; gering
gering ; gering

De waarden voor p h i zijn:
0,145 ; 0,05
0,023 ; 0,004

4

p h i = 0,18 , dus het verschil is gering.

5

p h i = 0,098 , dus het verschil is gering.

6
a
b

p h i = 0,03 , dus het verschil is gering.

7
a
b

max  V c p = 30,6 % , dus het verschil is middelmatig.

c

Je kunt hier p h i niet gebruiken omdat de variabele cijfer wiskunde meer dan twee waarden heeft.

d
e

p h i = 0,28 , dus het verschil is middelmatig.

8

Als we naar de waarden van p h i kijken (opgaven 25, 26, 27 en 28), dan verschillen de A- en B-leerlingen het meest op eindcijfer voor wiskunde in klas 3.