1
a

Groter, want de diameter is groter en de sd is hetzelfde.

b

Groter, want de diameter is hetzelfde, maar de sd is kleiner, dus er is minder overlap.

Overlap
2
a

De gemiddeldes verschillen 1 en de sd’s verschillen 0 .

b

Op de eerste school lagen de cijfers dichter bij elkaar; er waren maar vier verschillende cijfers. Van de tweede school zijn de histogrammen breder.

c
d

20 van de 25 leerlingen, dat is 80 % .

e

Δ = 20 %

f

Op de eerste school, want daar is Δ het grootst.

Effectgrootte
3
a

E = 1 1 2 ( 0,99 + 0,99 ) = 1 0,99 1,01

b

E = 1 1 2 ( 1,93 + 1,93 ) = 1 1,93 0,52

c

Op de eerste school, want daar is E het grootst.

4
a

E = 6,8 6,2 1 2 ( 0,28 + 0,2 ) 2,5

b

Het effect van kunstmest is groot.

5
a

10

b

9,9

c

1,01

6
a

leeftijd: E = 15,8 15,1 1 2 ( 0,9 + 0,7 ) 0,88 , dus het verschil is groot.

cijfgem: E = 7,43 7,25 1 2 ( 0,675 + 0,772 ) 0,25 , dus het verschil is gering.

cijfwis: E = 7,67 6,25 1 2 ( 0,968 + 1,164 ) 1,33 , dus een groot verschil.

kunstbel: E = 3,6 2,7 1 2 ( 1,02 + 1,13 ) 0,84 , dus een groot verschil.

huiswerk: E = 10,47 8,57 1 2 ( 3,41 + 3,15 ) 0,58 , dus het verschil is middelmatig.

b

Op variabele cijfwis.

c

Voor variabele cijfgem.

7
a

B-groep: gem = 7,43 ; sd = 0,77

A-groep: gem = 7,25 ; sd = 0,67

E = 7,43 7,25 1 2 ( 0,77 + 0,67 ) 0,25

Dus het verschil in cijfergemiddelde tussen deze twee groepen leerlingen is gering.

b

6,0 ; 6,5 ; 7,0 ; 7,5 ; 8,0 ; 8,5 ; 9,0 ; 9,5

c

De groepen hebben niet dezelfde grootte.

8
a

E = 168 165 1 2 ( 7 + 7 ) 0,43

b

Het effect van sekse op de lengte van 14 -jarigen is middelmatig.

c

E = 183 170 1 2 ( 7 + 7 ) 1,86

Het effect van sekse op de lengte van 18 -jarigen is groot.

9

E = 176,5 169,9 1 2 ( 8,6 + 8,9 ) 0,75

Het effect van sekse op de lengte van deze 4havo-leerlingen is middelmatig.

10
a

Vuistregel gebruiken: 95 % ligt tussen μ 2 σ en μ + 2 σ , dus bij de vrouwen is dat bij 95 % van de gevallen tussen 4,0 en 5,3 (biljoen per liter), dus 4 keer de sd is 5,3 4,0 = 1,3 ; de sd is 1,3 / 4 = 0,325 , dus afgerond 0,3 (biljoen per liter)

b

De effectgrootte berekenen: E = 9,8 8,8 ( 0,6 + 0,6 ) / 2 = 1,666... ; dit is groter dan 0,8 dus het verschil is groot.