9.7  Boxplots vergelijken >
1
a

De boxplot van type A ligt in zijn geheel rechts van de drie andere boxplots (de kleinste waarde van type A is groter dan de grootste waarden van type B, C en D).

b

Het zullen steekproeven zijn waarop deze boxplots zijn gebaseerd en natuurlijk nooit de voltallige populatie van lampen ooit gemaakt of nog te maken! En een steekproef kan door toeval afwijken van de totale populatie.

c

Het aantal branduren van de lamp van type B met de kortste brandtijd is even groot als het derde kwartiel van type C: 25 % van type C brandt langer dan de lamp van type B met de kortste brandtijd.

d

Wat je veilig kunt zeggen:

  • Het kortste aantal branduren is bij beiden gelijk: of je nu een lamp van type C of van type D hebt, ze branden minimaal 2000  uur.

  • De mediaan van type C is gelijk aan het derde kwartiel van type D: de kortste 75 % van type D gaat even kort mee als de 50 % kortste van type C.

  • Het eerste kwartiel van type C valt samen met de mediaan van type D: de kortste 50 % van type D gaat even kort mee als de kortste 25 % van type C.

Al met al lijk je met type C iets meer kans te hebben op meer branduren dan met type D.
In het algemeen - zeker als de steekproeven niet zo heel groot zijn - kun je bij dit soort geheel overlappende boxplots nauwelijks met zekerheid uitspraken doen.

2
a

De boxen overlappen en de medianen liggen niet in de andere box, dus het verschil is middelmatig.

b

De boxen overlappen elkaar niet, dus het verschil is groot.

c

E = 8,07 5,39 1 2 ( 1,485 + 1,230 ) 1,97 , dus ook nu is het verschil groot.

3
a

Aflezen hoe groot het grootste verticale verschil is tussen de meetpunten: die is 45 (%) (bij 8 dollar). Dit is groter dan 40 , dus het verschil is groot.

b

Aflezen bij 25%, 50% en 75%: A: Q 1 = 3,3 , M e d = 5,6 , Q 3 = 7,6
B: Q 1 = 6,7 , M e d = 9,2 , Q 3 = 11,2
De boxen overlappen elkaar en beide medianen liggen buiten de box van de andere, dus het verschil is middelmatig.