10.3  Verbanden in de praktijk >
1
a

Volgens de formule krijg je ongeveer 365,59 dagen. Dat klopt dus aardig met de werkelijke omlooptijd van 365,25 dagen.

b

10   781,17 dagen, dus ongeveer 29,5 jaar

c

De omlooptijd is 165 365,25 = 60 266,25 dagen. Noem de afstand van Neptunus tot de zon x . Los met de GR de volgende vergelijking op: 0,2 x 1,5 = 60 266,25 . Het antwoord is x = 4494,65... . Dus de afstand van Neptunus tot de zon is ongeveer 4495 miljoen km.

2
a

De remweg is dan 12 meter, dus 4 keer zo lang.

b

De remweg is 7,68 meter; hij wordt 30,72 meter, dus ook 4 keer zo lang.

c

Bij snelheid 2 v is r = 0,0075 ( 2 v ) 2 = 0,0075 4 v 2 = 4 0,0075 v 2 . Dit is 4 keer de remweg bij snelheid v .

d

170 = 0,0075 v 2 , dus v 2 = 170 0,0075 = 22 667 , dus v is ongeveer 151 km/u.
Of noem de snelheid x . Los met de GR de volgende vergelijking op: 0,0075 x 2 = 170 . Het antwoord is x = 150,55... . Dus de snelheid is ongeveer 151 km/u.

e

r = 0,0075 v 2 , dus v 2 = r 0,0075 , dus v = r 0,0075 .

f

v = 170 0,0075 = 150,55... . Dus de snelheid is inderdaad ongeveer 151 km/u.

3
a

5,79 m2; 0,0076 m2

b

20 000 : 1 ; 762 : 1

c

De verhouding van de huidoppervlakten is gelijk aan de verhouding van de bijbehorende constantes. Dus in dit geval 0,075 : 0,09 ofwel 5 : 6 .

d

De egel, want de constante voor egels is lager dan voor muizen. Dus een egel moet zwaarder zijn dan een muis om dezelfde huidoppervlakte te hebben.

4
a

Het huidoppervlak van de volwassen olifant is c 6000 0,67 c 339,9 = 339,9 c ; de huidoppervlakte van het baby-olifantje is c 100 0,67 c 21,9 = 21,9 c . Dus de verhouding van de huidoppervlaktes is 339,9 : 21,9 15,5 : 1 .

b

1 : 4 , want H k l e i n = c   g 0,67 en H g r o o t = c   ( 8 g ) 0,67 , dus
H g r o o t = c   ( 8 g ) 0,67 = c   8 0,67 g 0,67 c   4 g 0,67 = 4   c g 0,67 = 4 H k l e i n

c

Hoe groter het gewicht, hoe kleiner verhoudingsgewijs de huidoppervlakte.

5
a

Let op: je moet G in gram nemen!
S = 0,06 150   000 1,1 = 29   638,18... gram, dus het skelet weegt ongeveer 30 kg.
Dus het edelhert heeft ongeveer 150 30 = 120 kg vlees.

b

Los met de GR de volgende vergelijking op: 0,06 x 1,1 = 2 000 000 . Dit geeft de oplossing x = 6 902 090,9... gram, dus de mammoet woog ongeveer 6900 kg.

6
a

0,3 3500 0,75 137  gram

b

Noem het gewicht van de vogel x . Los met de GR de volgende vergelijking op: 0,3 x 0,75 = 10 000 . Het antwoord is x = 1072,765... . Dus de Aepyornis woog ongeveer 1070 kg.

Terugrekenen
7
a

( 3 4 ) 2 = 3 4 2 = 3 8
( 2 3 ) 3 = 2 3 3 = 2 9
( 5 2 ) 3 = 5 2 3 = 5 6

b

( 3 1 2 ) 2 = 3 1 2 2 = 3 1 = 3
( 2 1 3 ) 3 = 2 1 3 3 = 2 1 = 2
( 5 4 ) 1 4 = 5 4 1 4 = 5 1 = 5

c

( 12 1 3,5 ) 1 3,5 = 12 1 3,5 3,5 = 12 1 = 12
( 3,7 1 0,15 ) 1 0,15 = 3,7 1 0,15 0,15 = 3,7 1 = 3,7
( 1,23 2,17 ) 1 2,17 = 1,23 2,17 1 2,17 = 1,23 1 = 1,23

d

( 10 1 2,8 ) 2,8 = 10 1 2,8 2,8 = 10 1 = 10

8
a

x = 50 1 4,2 2,538

b

y = 3,5 1 0,17 1586,355

c

z = 7,8 1 1,6 3,610

d

w = 100 1 12,3 1,454

9
a

Dan x 0,3 = 2,5 , dus x = 2,5 1 0,3 21,206 .

b

x 2,5 = 10 , dus x = 10 1 2,5 = 10 0,4 2,512

c

x 0,75 = 5 , dus x = 5 1 0,75 8,550

d

x 1,7 x 0,3 = 4 20 , dus x 1,4 = 0,2 , dus x = 0,2 1 1,4 0,317

10
a

De omlooptijd is 165 365,25 = 60   266,25 dagen. 0,2 R 1,5 = 60   266,25 , dus
R 1,5 = 60   266,25 0,2 = 301   331,25 , dus R = 301   331,25 1 1,5 = 4494,65... .
Dus de afstand van Neptunus tot de zon is ongeveer 4495 miljoen km.

b

0,06 G 1,1 = 2 000 000 , dus G 1,1 = 2   000   000 0,06 , dus
G = ( 2   000   000 0,06 ) 1 1,1 = 6   902   090,946... gram.
Dus de mammoet woog ongeveer 6900 kg.

c

0,3 G 0,75 = 10   000 , dus G 0,75 = 10   000 0,3 , dus G = ( 10   000 0,3 ) 1 0,75 = 1   072   765,983... gram.
Dus de Aepyornis woog ongeveer 1070 kg.

11
a

x = ( y 4 ) 1 2 = ( 1 4 ) 1 2 y 1 2 = 0,50 y 0,50

b

x = ( y 27 ) 1 3 = ( 1 27 ) 1 3 y 1 3 0,33 y 0,33

c

x = ( y 6,2 ) 1 1,2 = ( 1 6,2 ) 1 1,2 y 1 1,2 0,22 y 0,83

d

x = ( y 0,21 ) 1 0,7 = ( 1 0,21 ) 1 0,7 y 1 0,7 9,30 y 1,43

12
a

Nee, want het is geen formule van de vorm E = c G , voor een of andere constante c .

b

E 4 = ( 0,3 G 0,75 ) 4 = 0,3 4 ( G 0,75 ) 4 = 0,0081 G 0,75 4 = 0,0081 G 3

c

Dit volgt uit de formule die is afgeleid bij het vorige onderdeel. De evenredigheidsconstante is 0,0081 .

d

E = 0,3 G 0,75 , dus G 0,75 = E 0,3 = 1 0,3 E , dus
G = ( 1 0,3 E ) 1 0,75 = ( 1 0,3 ) 1 0,75 E 1 0,75 4,98 E 1,33 , dus G = 4,98 E 1,33

13
a

S = 1000 s en G = 1000 g .
(Bijvoorbeeld als g = 2 , betekent dat, dat het lichaamsgewicht 2 kg is, dus 2000 gram, dus G = 2000 .)

b

Uit S = 0,06 G 1,1 volgt dat
1000 s = 0,06 ( 1000 g ) 1,1 = 0,06 1000 1,1 g 1,1 119,716 g 1,1 , dus
s = 119,716 g 1,1 1000 = 119,716 1000 g 1,1 0,12 g 1,1 .

14
a

Het vermogen bij volle kracht is P = c v 3 en het vermogen bij halve kracht is
P = c ( 0,5 v ) 3 = c 0,5 3 v 3 = c 0,125 v 3 = 0,125 c v 3 . Dus bij halve kracht is het vermogen maar 0,125 100 % = 12,5 % van het volle vermogen en dat is minder dan 13 % .

b

Het vermogen bij volle kracht is P = c v 3 en bij 20 % minder wind is het vermogen P = c ( 0,8 v ) 3 = c 0,8 3 v 3 = c 0,512 v 3 = 0,512 c v 3 . Dus bij 20 % minder wind is het vermogen 0,512 100 % = 51,2 % van het oorspronkelijke vermogen en dat is ongeveer de helft van het oorspronkelijke vermogen.