-

-

-

-

-

-

$\frac{1}{\mathrm{14,5}}$

$52\cdot \mathrm{0,4}=\mathrm{20,8}$

Op een willekeurige plek in Nederland schijnt de zon tussen zonsopkomst en zonsondergang gedurende $40$% van de tijd.

Op $40$% van de plaatsen in Nederland valt morgen tussen 0:00 uur en 24:00 uur ten minste $\mathrm{0,3}$ mm neerslag (regen, hagel, sneeuw).

$\frac{2}{7}\cdot 100=\mathrm{28,57}$%

$\frac{1}{6}\cdot 100=\mathrm{16,67}$

$\frac{3}{8}$

Dat ligt aan de situatie waarin je het moet gebruiken.

$7+3+5=15$%

$100-30-13-7-5-3-2-1-1-3=35$%

$400\cdot \mathrm{0,15}=60$

$69$ van de $306$ wedstrijden, dat is ongeveer $\mathrm{22,5}$%

$21$ van de $306$ wedstrijden, dat is ongeveer $\mathrm{6,9}$%

$\frac{15}{36}$

$\frac{1}{6}$

$\frac{1}{9}$

$\frac{1}{4}$

$\frac{11}{36}$

$\frac{11}{36}$

Je kunt alle hokjes kleuren, behalve de vijf op de diagonaal $(\mathrm{1,1})$ - $(\mathrm{5,5})$ (dus de hokjes met de coördinaten $(\mathrm{1,1})$, $(\mathrm{2,2})$, $(\mathrm{3,3})$, $(\mathrm{4,4})$ en $(\mathrm{5,5})$). En omdat de figuur gespiegeld is over die diagonaal kun je nog een helft ‘weggummen’. Je houdt dan $10$ gekleurde hokjes over.

$\frac{3}{10}$

$\frac{1}{10}$

$\frac{6}{10}$

Elk hokje stelt een combinatie van twee kamers voor. Hokje $(\mathrm{3,5})$ stelt kamer $23$ (Anneke) en $25$ (Vinja) voor.

$\frac{12}{42}=\frac{2}{7}$

$\frac{2}{7}$

$\frac{4}{200}=\frac{1}{50}$

$\frac{10}{200}=\frac{1}{20}$

$\frac{185}{200}=\frac{37}{40}$

$24+2=26$%

$100-61=39$%

$\frac{1}{6}$, $\frac{1}{3}$

$\frac{1}{2}$

$\frac{7}{42}=\frac{1}{6}$

$17$% ; ja, want $6\frac{1}{6}=16\frac{2}{3}$% en dat is afgerond $17$%.

$\frac{8}{42}=\frac{4}{21}$

$\frac{21}{42}=\frac{1}{2}$

De middelste tegel heeft de grootste kans. Hij heeft namelijk $4$ aangrenzende vakken. De andere vakken hebben drie of zelfs maar twee (hoektegels) aangrenzende vakken en hebben daarom minder kans om aangedaan te worden.

$\frac{8}{120}$ kans op veld $1$, $\frac{12}{120}$ kans op veld $3$, $\frac{8}{120}$ kans op veld $7$ en $\frac{11}{120}$ kans op veld $9$,

$\frac{8+12+8+11}{4}=\mathrm{9,75}$ en $\frac{\mathrm{9,75}}{120}\approx \frac{1}{12}$

$\frac{4}{12}+\frac{4}{8}+\frac{1}{6}=1$

$\frac{9}{25}$, $\frac{10}{25}=\frac{2}{5}$, $\frac{17}{25}$