, dus %
Ongeveer cm
-
geeft: en geeft: , dus tussen en
, geeft , dus punten
, dus %
1 en 2 nemen af; 3 neemt toe.
Zoek met de GR het getal zó, dat
.
Je vindt:
, dus .
Met de GR bepalen we het getal zó, dat
.
Je vindt: , dus
het gemiddelde is .
Zie het antwoord van opgave 49b.
Ongeveer
, dus .
Met de GR het getal bepalen zó, dat
.
Je vindt .
Bepaal met de GR het getal
met .
Je vindt: , dus
, dus
.
Met de GR bepaal je het getal
zó, dat .
Je vindt: , dus en
, dus %.
Met standaardiseren.
Bepaal met de GR het getal met
. Je vindt: .
Dus , dus
.
Het kan ook met een vergelijking op de GR.
Met standaardiseren.
op de auto's is %;
bepaal met de GR het getal waarvoor
. Je vindt:
, dit is de
-waarde van , dus
, dus
.
Het kan ook met een vergelijking op de GR.
Met standaardiseren. Met de GR bepaal je de -waarde van . Het is het getal waarvoor . Je vindt als -waarde:, dus , dus .
%
Het aantal vrouwen dat kleiner is dan is: %. De -waarde bij dit percentage is (GR): , dus dus .
De kans dat een vrouw langer dan is
. De -waarde van
kun je vinden door met de GR het getal
te bepalen met
. Zo vind
je voor de -waarde .
Noem het gemiddelde , dan
, dus
.
.
Met de GR bepaal je het getal met . Je vindt: , dus de -waarde van is , dus , dus .
, dus %.
, dus %.
%
ml; ml
We bekijken de tweede voorwaarde.
Met standaardiseren.
Noem de waarde waarop de machine ingesteld moet worden . De
-waarde van kun je op de GR vinden. Het is het getal
waarvoor geldt: . Je vindt als
-waarde voor :
, dus
; je vindt dan een waarde voor die kleiner is dan de nominale waarde.
De machine moet ingesteld worden op gram.
We bekijken weer de tweede voorwaarde. De waarde waarop de machine ingesteld moet
worden, noemen we weer .
Dan , dus
.
Bij pondspakken wordt dus meer koffie verbruikt.
uur komt overeen met
minuten.
De -waarde van
kunnen vinden door met de GR het getal
te bepalen met:
.
Je vindt voor de -waarde van : .
Dus , met
in minuten. Dus minuten.
We korten af: L is: je trekt een lege batterij, N is: je trekt een nieuwe batterij.
Gevraagd wordt: . Die kans is:
.
Het is duidelijk dat er meer jongens dan meisjes zijn met een IQ boven de . Met een hoger IQ zal de kans op een prijs groot zijn.
Bij jongens is de kans op een IQ groter dan :
, dus bij
zijn er .
Bij meisjes is de kans op een IQ groter dan :
, dus bij
zijn er .
Dat zijn er van de , dat is %.