10.5  De somrij van een rekenkundige rij >
Driehoeksgetallen
1
a

1 , 3 , 6 , 10 , 15 , 28

b

2556 , 2415

c

1 2 100 ( 100 + 1 ) = 5050

d

1 2 1000 ( 1000 + 1 ) = 500.500

e

1 2 n ( n + 1 )

2

Δ ( 19 ) Δ ( 6 ) Δ ( 6 ) = 190 21 21 = 148

De somrij recursief
3
a

s n = a 1 + a 2 + ... + a n 1 + a n en s n 1 = a 1 + a 2 + ... + a n 1 , dus s n s n 1 = a n voor alle getallen n 2 .

b

{ s 1 = 1 s n = s n 1 + n ( n = 2,   3 , 4 , )

c

-

d

s n = 1 2 n ( n + 1 )

e

-

f

s n s n 1 = 1 2 n ( n + 1 ) 1 2 ( n 1 ) n = 1 2 n 2 + 1 2 n 1 2 n 2 + 1 2 n = n

4
a

-

b

Die betrekking is: { s 1 = 1 s n = s n 1 + n 2  voor  n = 2,3, .

c

55 ; 91 ; 140

d

338.350

Directe formule somrij van een rekenkundige rij
5
a

1 2 11 ( 3 + 53 ) = 308

b

De treden worden steeds evenveel langer.

c

Omdat de treden steeds evenveel langer worden.

d

Als je de lengte van alle treden van het trapje bij elkaar optelt, krijg je s n .
De rechthoek bestaat uit twee trapjes, dus als je lengte van alle (horizontale) banen bij elkaar optelt, krijg je 2 s n . De rechthoek heeft n + 1 banen; alle banen zijn even lang: a 0 + a n .
In totaal levert dat ( n + 1 ) ( a 0 + a n ) . Dus 2 s n = ( n + 1 ) ( a 0 + a n ) ;
dus s n = 1 2 ( n + 1 ) ( a 0 + a n ) .

e

103 = a 20 , dus te berekenen is: s 20 = 1 2 ( 20 + 1 ) ( a 0 + a 20 ) = 21 53 = 1113 .

6

De treden van de trap worden niet steeds evenveel langer; je kunt dus niet twee trapjes in elkaar passen.

7
a

b n = 2 n 1 , b 100 = 199

b

1 2 100 ( 1 + 199 ) = 10.000

c

2 n 1 = 99 n = 50 , je telt dus 50 termen op. De som is: 1 2 50 ( 1 + 99 ) = 2500 .

d

t n = 1 2 n ( 1 + 2 n 1 ) = n 2

e

-

8
a

c n = 2 n

b

u n = 1 2 n ( 2 n + 2 ) = n 2 + n

c

-

9
a

t n is de som van de eerste n oneven getallen; u n is de som van de eerste n even getallen.
Tezamen levert dat de som van de eerste 2 n getallen en dat is s 2 n , dus t n + u n = s 2 n .

b

t n = n 2 , u n = n 2 + n en s 2 n = 1 2 2 n ( 1 + 2 n ) = n + 2 n 2 , dus klopt inderdaad: s 2 n = t n + u n .

10

s n = 1 2 ( n + 1 ) ( 3 + 3 2 n ) = ( n + 1 ) ( 3 n )

11
a

y n = 27 + 4 n , ( n = 0 , 1 , 2 , ...).

b

27 + 4 n = 207 n = 45 , dus de som bestaat uit 46 termen.

c

1 2 46 ( 27 + 207 ) = 5382

d

-

12

Noem de rij a . We berekenen het aantal termen van de rekenkundige rij door het rangnummer van de laatste term te berekenen. Een directe formule voor de rij is: a n = 23 + 3 n ; 353 = a n = 23 + 3 n n = 110 , dus er zijn 111 termen.
De som is: 1 2 111 ( 23 + 353 ) = 20.868 .

13

1 2 52 ( 4 + 55 ) = 1534 euro