In deze paragraaf wordt de kennis die je in 4V hebt opgedaan, opgefrist.
Een voorwerp beweegt. De afgelegde weg wordt gegeven door ; in seconden, in meters.
Bereken de gemiddelde snelheid van het voorwerp op het tijdsinterval .
Bereken exact de snelheid van het voorwerp op het tijdstip .
Wat is de gemiddelde snelheid van het voorwerp tussen de tijdstippen en . Schrijf je antwoord zonder haakjes, zo eenvoudig mogelijk.
Wat is de snelheid op het tijdstip ?
Het antwoord van opgave 1c en d zijn hetzelfde. Dit is typisch voor een kwadratische functie.
Hiernaast staat de grafiek van een functie met daarop het punt . Vlakbij liggen op de grafiek de punten en .
Hoe groot schat jij op grond van deze drie punten dat is in het punt ?
Stel dat de snelheidsfunctie voorstelt bij een of andere beweging.
Hoe groot schat jij op grond van de punten , en dat de afgelegde weg is tussen de tijdstippen en ?
In deze opgave stelt de tijd voor vanaf een zeker tijdstip; stelt de afgelegde afstand voor vanaf dat tijdstip en stelt de snelheid voor. Hierbij zijn en beide functies van .
In het hoofdstuk 6 Inleiding differentiëren van 4Vb heb je gezien dat je vindt door te differentiëren; dus .
Stel dat .
Geef een formule voor .
Stel dat .
Geef een formule voor .
Een kogel wordt op tijdstip met grote snelheid in een bak met een of andere vloeistof geschoten. De kogel wordt door de vloeistof steeds verder afgeremd. is de snelheid waarmee de kogel beweegt, is de afstand die de kogel in de vloeistof aflegt. Hierbij zijn en functies van . Hieronder staan de globale grafieken van en .
Veronderstel dat geldt: .
Maak op de GR een tabel van voor de tijdstippen , , , en .
Maak op de GR een tabel voor het product .
Leg uit hoe je aan de tabel van het vorige onderdeel kunt zien dat omgekeerd evenredig is met
.
Wat is de evenredigheidsconstante?
Ga na dat je antwoord uit c in overeenstemming is met .
Als de grafiek van een functie in het punt met eerste coördinaat een raaklijn heeft, dan geldt:
de richtingscoëfficiënt van de raaklijn in ,
hoeveel keer zo snel toeneemt als bij ,
de groeisnelheid van bij ,
,
bij ,
bij .
In het hoofdstuk Inleiding differentiëren hebben we de volgende regels voor differentiëren afgeleid en gebruikt.
voor alle positieve gehele getallen
, en
de somregel
voor functies en geldt:
de veelvoudregel
voor een functie en een getal geldt:
De laatste twee regels kun je ook zo opschrijven.
Als , dan
Als , dan:
Gebruik bovenstaande regels om de volgende functies te differentiëren.
|
|
|
|
Een ladder van meter staat verticaal tegen een muur.
De voet van de ladder wordt met constante snelheid van m/s over de grond weggetrokken.
We rekenen de tijd in seconden en de hoogte van de top van de ladder in meters.
Wanneer neemt het snelst af en wanneer het minst snel? Niet rekenen!
Geef een formule voor als functie van .
Teken op de GR de grafiek van als functie van .
Bepaal met de GR de groeisnelheid van als .
Schrijf op welke methode je hebt gevolgd.
Van een rechthoekige driehoek hebben de rechthoekszijden richtingscoëfficiënt en . De hoogte is .
Hoe breed is de driehoek aan de basis (op hoogte )?
We bekijken de breedte van de driehoek als functie van de hoogte .
Stel een formule op voor als functie van .
Wat is de groeisnelheid van als ?
Herhaling
Er zijn verschillende manieren om de helling van de grafiek in een punt, zeg met , te bepalen.
Bereken voor een kleine waarde van , bijvoorbeeld voor .
Op de GR gaat dat met (Y1(2.001)-Y1(2))/0.001.
Teken nauwkeurig de raaklijn aan de grafiek en lees de helling af.
Pas de regels voor differentiëren toe. Dat kan bijvoorbeeld bij veeltermfuncties.
Alleen op de laatste manier kun je de helling exact bepalen.
Met de GR kun je de raaklijn aan een grafiek in een gegeven punt tekenen. Ook kun
je de afgeleide in een punt benaderen.
Zoek uit hoe dat op jouw rekenmachine gaat.
Teken op de GR de grafiek van de functie met .
Los exact op: .
Teken nauwkeurig de raaklijn aan de grafiek in het punt .
Stel exact een vergelijking op van die raaklijn.
Onderzoek welke waarden kan aannemen.