7.2  De afgeleide van een machtsfunctie >
1
a

De grafiek van f ligt tussen de grafieken van y = x en y = x 2 in.

b

De grafiek van g ligt tussen de grafieken van y = x en y = x 1 2 .

c

100 3 2 = 1000 en 1000 2 3 = 100

d

( a , b ) op de grafiek van f b = a 3 2 b 2 3 = ( a 3 2 ) 2 3 = a ( b , a ) op de grafiek van g .

e

Spiegelen in de lijn y = x .

2
a

-

b

x = 5 3 2 , dus ongeveer 11,2 .

c

4 3 2 = 8

d

( 2 2 ) 3 2 = 2 3 = 8

3
a

x = 10 3 4 = 1000 4

b

x 3 4 = 10 x x 3 4 = 10 x x 1 4 = 10 , dus x = 10 4 = 1 10.000

c

x = 10 x 3 x 1 2 = 10 x 1 3 x 1 6 = 10 , dus x = 10 6 = 1.000.000

4
a

f ( x ) = 3 x 2 , dus de helling (richtingscoëfficiënt) is f ( 2 ) = 12 .

b

Een vergelijking is y = 12 x + b voor een zeker getal b . ( 2,8 ) moet voldoen, dus b = 16 . Dus een vergelijking is: y = 12 x 16 .

c

Lijn O P heeft richtingscoëfficiënt 4 , 3 x 2 = 4 x = 4 3 = 2 3 3 of x = 2 3 3 . Dus in de punten ( 2 3 3 , 8 9 3 ) en ( 2 3 3 , 8 9 3 ) .

5
a

f 3 ( x ) = 3 x 2 , dus de helling van de raaklijn is: f 3 ( 1 ) = 3 .
Als je vanuit Q één eenheid naar links gaat moet je er dus 3 naar beneden om op de raaklijn te blijven. Je komt dan op de y -as in ( 0, 2 ) .

b

f 4 ( 1 ) = 4 , dus (zie a) in ( 0, 3 ) .

6
a

f n ( 1 ) = n , dus je moet vanuit Q n stappen naar beneden als je over de raaklijn naar de y -as gaat. Het snijpunt is dus: ( 0, 1 n ) .

b

Om vanuit Q over de raaklijn op de x -as te komen, moet je één eenheid naar beneden, dus 1 n eenheden naar links, je komt dan in ( 1 1 n ,0 ) .

7
a

Die is puntsymmetrisch in O ( 0,0 ) .

b

Die is (lijn)symmetrisch in de y -as.

8
a

-

b

We rekenen uit wanneer ze even snel groeien.
Dat is als f 1 ( x ) = f 2 ( x ) 1 = 2 x x = 1 2 , dus vanaf x = 1 2 .

c

Dat is vanaf f 2 ( x ) = f 3 ( x ) 2 x = 3 x 2 x = 2 3 .

9
a

1

b

f ( 3 ) = 1 9

c

f ( 4 ) = 1 16 ; f ( a ) = 1 a 2

10
a

Werk de haakjes weg.

b

lim x 1 x 5 1 x 1 = lim x 1 x 4 + x 3 + x 2 + x + 1 , volgens het vorige onderdeel, dus lim x 1 x 5 1 x 1 = 5 .

c

3 , want x 3 1 = ( x 1 ) ( x 2 + x + 1 ) .

11
a

q

b

x 3 5 = ( p 5 ) 3 5 = p 3 enzovoort.

c

s 3 1 s 5 1 1 q 2 = p 3 q 3 1 p 5 q 5 1 1 q 2 = p 3 q 3 p 5 q 5

d

lim s 1 s 3 1 s 5 1 1 q 2 = 3 5 q 2 = 3 5 ( a 1 5 ) 2 = 3 5 a 2 5

12

y = x 7 , dan y = 7 x 8 ,
y = 1 x = x 1 2 , dan y = 1 2 x 1 1 2 = 1 2 x x ,
y = x 4 x 2 5 = x 4 2 5 , dan y = 4 2 5 x 3 2 5 = 4 2 5 x 3 x 2 5 ,
y = x 2 5 , dan y = 2 5 x 3 5 ,
y = x 3 = x 1 3 , dan y = 1 3 x 2 3 = 1 3 x 2 3 ,
y = 1 x x 4 = x 1 1 4 , dan y = 1 1 4 x 2 1 4 = 5 4 x 2 x 4

13

d d x x 2 5 = 2 5 x 1 2 5
d d a 1 a = d d a a 1 2 = 1 2 a 1 1 2 = 1 2 a a
d d t ( t t 3 ) = d d t t 5 6 = 5 6 t 1 6 = 5 6 t 6
d d u ( u 2 u ) = d d u u 2 1 2 = 2 1 2 u 1 1 2 = 2 1 2 u u
d d z ( z 2 ) 3 = d d z z 6 = 6 z 5
d d x x 0,6 = d d x x 0,3 = 0,3 x 0,7

14
a

y = 1 9 x + 2 3

b

A ( 6,0 ) en B ( 0, 2 3 )

c

Klopt.

d

De oppervlakte is 1 2 6 2 3 = 2 .

15
  1. De raaklijn heeft vergelijking y = 1 p 2 x + 2 p .

  2. De snijpunten met de assen zijn A ( 2 p ,0 ) en B ( 0, 2 p ) .

  3. Het midden van A B is het raakpunt.

  4. De oppervlakte van driehoek A B O is 1 2 2 p 2 p = 2 .

16

y = 4 x 3

y = 2 x 4 x 3

y = 2 x 1 1 2 , dus y = 3 x 2 1 2 = 3 x 2 x

y = 1 2 x 2 1 2 , dus y = 5 4 x 3 1 2 = 5 4 x 3 x

17

Het punt op de grafiek is P ( 8,32 ) . De helling van de raaklijn is: y ( 8 ) = 5 3 8 2 3 = 5 3 4 = 20 3 , dus een vergelijking van de raaklijn is: y = 20 3 x + b voor zeker getal b . Het punt P ligt op de raaklijn, dus b = 32 8 6 2 3 = 21 1 3 .
Een vergelijking is: y = 6 2 3 x - 21 1 3 .

18
a

-

b

f ( x ) = 1 4 x x en f ( x ) = 0 x x = 4 x = 16 3 .