, dus m/s2.
|
|
|
|
en .
, dus of .
Ze reden naast elkaar. haalde bijna in.
De versnelling is constant gelijk aan .
, die is dus minimaal als
.
De versnelling van is , dus op
is de versnelling .
Je kunt ook zeggen: is minimaal als zijn afgeleide, dus
.
Als , dan is de raaklijn aan de grafiek het steilst.
Vóór neemt de snelheid toe, dus dan is
de versnelling positief.
Na neemt de snelheid af, dus dan is de versnelling negatief.
Voor : de helling in de buurt van het punt
neemt toe, dus de tweede afgeleide is positief.
Voor : de helling in de buurt van het punt
neemt af, dus de tweede afgeleide is negatief.
Voor : de helling vóór het punt
neemt af, en neemt toe na dit punt, dus de tweede afgeleide is nul.
Voor : de helling vóór het punt
neemt toe, en neemt af na dit punt, dus de tweede afgeleide is nul.
De grafiek is toenemend dalend op en afnemend dalend op
.
Voor een mogelijke grafiek, zie figuur.
als , want neemt af op
.
als
, want op
neemt toe.
Een van de figuren hieronder.
is de kleinste waarde van op het interval ; de grafiek van heeft een buigpunt met eerste coördinaat .
-
De helling van de functie neemt af voor negatieve waarden van en toe voor positieve waarden van .
is negatief voor negatieve en positief voor positieve waarden van .
en |
en |
en |
en |
We zoeken de waarden van waarvoor en
.
, dus
(en ).
, dus
of
.
Dus is de grafiek van afnemend dalend op het interval
en op het interval
.
Voor moet gelden: ,
,
of
.
Noem de eerste coördinaat . Dan geldt:
. Let op, bekijk ook opgave 84.
, dus
of
of
.
of
, dus een vergelijking is: .
of
In de grafiek is te zien dat extreem is voor
en .
en
of
.
Alleen in het punt met eerste coördinaat heeft de grafiek een buigpunt.
. De tweede afgeleide wisselt daar ook van teken.