Een lijn met helling wordt met constante snelheid naar rechts geschoven.
Op tijdstip gaat de lijn door .
is een vergelijking van die lijn op tijdstip .
Een lijn met helling die op door
gaat wordt twee keer zo snel naar boven geschoven.
Geef een vergelijking van die lijn op tijdstip .
In het plaatje hiernaast is het snijpunt van de lijnen op getekend.
Teken het snijpunt van de lijnen ook op enkele andere tijdstippen.
Je kunt de opdracht ook in GeoGebra uitvoeren. Als volgt.
Maak een schuifknop voor .
Voer de vergelijking in in het ‘invoerveld’.
Voer ook de vergelijking uit a in.
Geogebra tekent de twee lijnen.
Markeer het snijpunt van de twee lijnen met de knop snijpunt(en).
GeoGebra geeft het snijpunt een naam.
Klik met de rechter muisknop op het snijpunt en kies ‘spoor aan’.
Klik met de rechter muisknop op en kies ‘animatie’.
De snijpunten vormen een rechte lijn.
Laat dat algebraïsch met behulp van de vergelijkingen van de lijnen zien.
is de lijn met vergelijking en de lijn met vergelijking . We laten alle mogelijke waarden aannemen. Het snijpunt van en noemen we .
Bepaal met GeoGebra waar de punten liggen.
Laat algebraïsch zien dat de punten op een rechte lijn liggen en geef een vergelijking van die lijn.
Uit welk interval moet je nemen om als ‘spoor’ het lijnstuk met eindpunten en te krijgen?
In opgave 55 krijg je, door te variëren, voor alle mogelijke lijnen, behalve de verticale, door .
De lijnen vormen een lijnenwaaier of lijnenbundel, zoals eerder gezegd.
Bekijk de lijnen met vergelijking en met vergelijking , voor alle mogelijke waarden van . De lijnen gaan door een vast punt. De lijnen ook.
Bepaal die punten algebraïsch.
Het snijpunt van en noemen we .
Bepaal met GeoGebra de ligging van de punten .
De punten liggen op een cirkel.
Kun je dat meetkundig verklaren?
De eerste coördinaat van is .
Bereken hiermee de tweede coördinaat van en controleer dat dit inderdaad het snijpunt van en is.
Vullen de punten de hele cirkel?
is de lijn door met hellingshoek α.
is de lijn door
met hellingshoek .
Als we α laten toenemen van tot graden, draait
om en om .
Zodoende ontstaan er twee waaiers. De waaier om draait twee keer zo snel als de waaier om .
We onderzoeken de baan van de snijpunten van en .
Om een idee te krijgen, tekenen we de baan in GeoGebra. Als volgt.
Eerst maak je de waaier door .
Teken het punt .
Maak een schuifknop voor hoek α.
Om lijn te tekenen, gebruiken we de knop ‘hoek met gegeven grootte’.
Daarvoor moet je eerst één been hebben: neem daarvoor de halve lijn met beginpunt door . Als je de hoekknop gebruikt, wordt er naar de grootte gevraagd: hiervoor neem je α. GeoGebra tekent een punt op het andere been, dat gebruik je (samen met ) om te tekenen.
Om de waaier door te maken, ga je op soortgelijke wijze te werk; je neemt nu als hoekgrootte .
Nu kun je de baan tekenen.
Markeer het snijpunt van en . GeoGebra geeft het snijpunt een naam.
Klik met de rechter muisknop op het snijpunt en kies ‘spoor aan’.
Klik met de rechter muisknop op α en kies ‘animatie’.
De baan lijkt een cirkel te worden.
Als het een cirkel is, wat is dan het middelpunt en wat de straal?
Geef een vergelijking van die cirkel.
Noem het snijpunt van en : .
Waarom geldt: α?
Bewijs dat de snijpunten inderdaad op een cirkel liggen.
is de lijn door met hellingshoek α. Nu is de lijn door met hellingshoek .
Teken in GeoGebra de baan van het snijpunt van en als α toeneemt van tot graden.
Op grond van het plaatje dat Geogebra laat zien, is het niet gek te veronderstellen dat de baan een cirkel is.
Neem aan dat de veronderstelling juist is.
Wat is dan het middelpunt van die cirkel? En wat is de straal?
Bekijk de cirkel met dat punt als middelpunt die door gaat.
Neem een punt op de cirkel. Hoek noemen we α.
Toon aan: . ( is een punt op de -as met eerste coördinaat groter dan .)
is de lijn door
met hellingshoek α en
is de lijn door met hellingshoek
.
Als we α laten toenemen van tot graden, draait
om en
om .
Zodoende ontstaan er twee waaiers. De waaier om draait drie keer zo snel als de waaier om .
Onderzoek met GeoGebra de baan van de snijpunten van en . Schrijf je werkwijze op.
Als je met ‘animatie’ werkt, zie je dat en wel eens parallel lopen en ook wel eens loodrecht op elkaar staan.
Voor welke waarden van α is dit het geval?
We bekijken twee waaiers:
en
,
voor alle mogelijke waarden van .
Welk is het ‘vaste’ punt van de lijnen ?
En welk is het ‘vaste’ punt van de lijnen ?
We bekijken de snijpunten van en .
Teken de baan van de punten met GeoGebra.
De baan lijkt een parabool. Als je de baan in een rooster tekent, kun je de top mooi zien.
Aangenomen dat de baan een parabool is, geef een vergelijking van de baan. Licht je antwoord toe.
Als je bij voor de stapgrootte kiest, zul je het verband tussen de eerste coördinaat van en gemakkelijk zien.
Wat zijn de coördinaten van ?
Controleer je antwoord met de vergelijkingen van en .
Je kunt ook een vergelijking van de baan vinden door te elimineren.
Doe dat.