1

f ( x ) = e 2 x + 2 x e 2 x

g ( x ) = e 2 x + 1 2 x e 2 x ( e 2 x + 1 ) 2

h ( x ) = x 2 + 1 x x 2 + 1 2 x x ( x 2 + 1 ) 2 = 1 x 2 x ( x 2 + 1 )

k ( x ) = e x e x + 1

2
a

Er geldt: f ( x ) = f ( x ) voor alle x .

b

f ( x ) = 4 e 1 2 x 2 4 x 2 e 1 2 x 2 , dus f ( x ) = 0 x = ± 1 . De punten zijn: ( 1,4 e 1 2 ) en ( 1, 4 e 1 2 ) .

c

f ( 0 ) = 4 , dus de raaklijn heeft vergelijking y = 4 x .

3

g ( x ) = 2 ln ( x + a ) , dus de grafiek van g snijdt de x -as in het punt met eerste coördinaat 1 a .
Dus de tweede coördinaat van P is het tegengestelde van de eerste coördinaat van Q , dus van 1 a . Dus: 2 ln ( a ) = a 1 . Deze vergelijking los je op met "solver" van de GR.
Je vindt: a = 3,51 , want a = 1 voldoet niet.

4
a

Het domein bestaat uit de getallen x met 0 < x < 10 .

b

f ( 5 + a ) = 4 log ( 5 + a ) + 4 log ( 5 a ) en f ( 5 a ) = 4 log ( 5 a ) + 4 log ( 5 + a ) , dus f ( 5 a ) = f ( 5 + a ) , dus de lijn x = 5 is symmetrieas.

c

f ( x ) = 1 ln ( 4 ) ( 1 x 1 10 x ) , dus f ( x ) = 0 1 x = 1 10 x , dus f ( x ) = 0 x = 5 .

d

Dan moet 4 log ( x ( 10 x ) ) = 2 , dus x ( 10 x ) = 16 , dus x = 2 of x = 8 .

5
a

We moeten aantonen dat g ( f ( x ) ) = x voor alle x > 1 2 .
g ( f ( x ) ) = 1 + 2 2 x 1 x + 2 2 2 x 1 x + 2 . Teller en noemer met x + 2 vermenigvuldigen levert:
g ( f ( x ) ) = x + 2 + 2 ( 2 x 1 ) 2 ( x + 2 ) ( 2 x 1 ) .
Dit laatste is te vereenvoudigen tot x .

b

lim x f ( x ) = ln ( 2 ) . Het linker deel van de grafiek van h krijg je door de grafiek van f in de x -as te spiegelen.
We zoeken dus de oplossing van de vergelijking f ( x ) = ln ( 2 ) .
ln ( 2 x 1 x + 2 ) = ln ( 1 2 ) 2 x 1 x + 2 = 1 2 , dus 4 x 2 = x + 2 , dus x = 1 1 3 .

6

f ( x ) = 5 x ln ( 5 ) 2 x ln ( 2 ) , dus f ( x ) = 0 2,5 x = ln ( 2 ) ln ( 5 ) , dus de eerste coördinaat van A is: ln ( ln ( 5 ) ln ( 2 ) ) ln ( 2 1 2 ) .

7
a

De verhouding van de lengten van de diagonaal en de zijde van een vierkant noemen we k . Er geldt: k = 2 want de diagonaal van een vierkant is 2 maal de zijde. Dus A ( n + 1 ) = 2 A ( n ) . Dus A ( n ) groeit exponentieel met groeifactor 2 , verder is de "beginhoeveelheid" A ( 0 ) = 1 2 .

b

Dan n = ( log ( 2 131.072 ) log ( 2 ) ) = 18 .

c

z ( n ) = A ( n ) = ( 2 1 2 n ) 1 2 = 2 1 2 n 1 2 , dus a = 1 2 en b = 1 2

8
a

y p ( x ) = p e x 2 e 2 x en p e x 2 e 2 x = 0 e x = p 2 .
Deze vergelijking heeft geen oplossingen als p 0 .

b

y p ( x ) heeft een extreme waarde voor e x = 1 2 p , die waarde is 1 4 p 2 , dus p = 4 2 , want voor negatieve waarden van p zijn er geen extremen.

9
a

f p ( x ) = 0 ln ( 6 ) + ln ( 1 6 p ) = 0 1 6 = 1 6 p . Dus p = 36 5 .
x ligt in het domein als x > 0 en 1 5 x 36 > 0 , dus het domein is: 0,7 1 5 .

b

f p ( x ) = ln ( x ( 1 x p ) ) , dus f p ( x ) is extreem als y = x ( 1 x p ) extreem is. De grafiek van de laatste functie is een bergparabool met symmetrieas x = 1 2 p , de extreme waarde van f p ( x ) is dus f p ( 1 2 p ) = ln ( 1 4 p ) . Dus p = 4 e .

10
a

De vergelijking 0,12 t e 0,5 t = 0,035 oplossen met de GR geeft: t 0,3469 en t 6,0715 . Dus 343 minuten.

b

Met de productregel: C ( t ) = 0,12 e 0,5 t + 0,12 0,5 t e 0,5 t =
0,12 ( 1 0,5 t ) e 0,5 t

c

Met de GR.
Teken de grafiek van C ( t ) . De waarde van t aflezen waarvoor het minimum van deze functie bereikt wordt bijvoorbeeld. Je vindt t = 4 .
Of Algebraïsch.
C ( t ) = 0,06 ( 2 0,5 t ) e 0,5 t , dus C ( t ) = 0 t = 4 .
Dus 4 uur na het toedienen.

d

Het hoogste maximum is het maximum op [ 18,24 ] van het medicijn is: C ( t ) + C ( t 6 ) + C ( t 12 ) + C ( t 18 ) .
Invullen op de GR en het maximum aflezen leidt tot de conclusie dat de concentratie niet boven 0,11 komt.