1
a

10 9

b

De getallenlijn zou te lang of met een te kleine eenheid zijn.

c

mens bij 10 5 , merel bij 10 2 , vlo bij 10 2 .

d

Het bijbehorende getal wordt 10 keer zo groot.
3 cm; 5 cm naar links.

e

0,02 = 10 log ( 0,02 ) = 10 1,70 , dus 1,70  cm links van 1 .

f

olifant bij 10 6,6 ; spreeuw bij 10 1,9 ; baby bij 10 3,5 .

2
a

p 10 2,5 0,0032 ; q = 10 0,4 0,40 ; r = 10 3,75 5623

b

log ( 0,075 ) 1,12 ; log ( 50 ) 1,70 ; log ( 200 ) 2,30

c

x = 1,69897 + 2,30103 2 = 2 , dus 10 x = 100 ; ja, dit ligt er midden tussen.

d

log ( 0,75 ) 0,1249387... en log ( 300 ) 2,477121... ; het gemiddelde hiervan is 1,17609... , dus in het midden ligt 10 1,17609... = 15 .

3
a

1000 10 2,5 = 10 5,5 316.000 ; bij 10 5,5 .

b

21,54 , dus 22 , dat is bij 10 1,3 .
Als we precies zijn: 10 3 10 1 2 3 = 10 1 1 3 , dus op 1 1 3 cm rechts van 10 0 .

c

1 2 10 9 10 8,70 (want log ( 1 2 10 9 ) 8,70 ), dus na ongeveer 5,70 dagen.

4
a

log ( 3000 ) 3,477 ; verticaal aflezen: waarde is (ongeveer) 10 2,6 398  seconden, dus tijd 06:38.

b

Zie figuur bij a; log ( 3600 ) 3,556 ; horizontaal aflezen: waarde is (ongeveer) 10 4,3 20.000  m.

c

t = 10 1,2 3000 1,1 422  seconden, dus tijd 07:02.

d

De vergelijking 10 1,2 a 1,1 = 3600 oplossen met de GR (intersect) geeft a 21082  meter.

5
a

ademhaling bij 10 3 ; huiskamer bij 10 4 ; onweer bij 10 7 ; vliegtuig bij 10 14 .

b

Ongeveer 5,48 ; Bij 10 5,48 .

c

Bij 10 10 ; 1000 keer zo sterk.

d

Het geluid van elke klas is 10 7 spelden, dus samen 2 10 7 spelden.
Het aantal bel is dan log ( 2 10 7 ) 7,3 .

6
a

In beide gevallen wordt de waarde met 5 vermenigvuldigd, dus komt er op de logaritmische schaal log ( 5 ) 0,699 bij.

b

In beide gevallen wordt de waarde met 2 vermenigvuldigd (of gedeeld), dus komt er op de logaritmische schaal log ( 2 ) 0,301 bij (of eraf).

c

10 = 10 1 en 20 10 1,301... ; midden van 1 en 1,301... is 1 2 ( 1 + 1,301... ) 1,1505... ; de waarde in het midden is 10 1,1505... 14 .

d

150 = 24,09 d 0,66 d 0,66 = 150 24,09 = 6,22665...
d = ( 6,22665... ) 1 0,66 16  mm (mag ook met intersect).

7
a

10 0,6 = 4 ; 10 3,5 3200 cm3; 10 11,7 5,01 10 11 .

b

10 11,7 : 10 3,5 = 10 8,2 158 miljoen