7.7  Vergroten en verkleinen >
1
a

1 1 2

b
c

2 3 = 8 keer en 3 3 = 27 keer

d

32 2 = 64 cm en 32 3 = 96 cm

e

36 2 2 = 144 cm2 en 36 3 2 = 324 cm2

2

f 3 = 2 f = 2 3 = 2 1 3 1,26

3
a

Vergrotingsfactor = 230 102 2,2549 , dus 2,2549 65 147 meter

b

De kleinste piramide weegt 200.000 2,3 = 460.000 ton
Cheops: 2,2549 3 460.000 5.274.000 ton

4
a

Aluminium: 150 2,755 54,4  cm3;
Kosten aluminium: 0,150 1,40 0,21 , dus 21 eurocent.
Verfkosten: 40 0,75 = 30 eurocent.

b

De vergrotingsfactor is 50 10 = 5 , dus het gewicht wordt 150 5 3 = 18750  gram, ofwel bijna 19  kg.

c

f 3 = 1000 150 6,66666... f = 6,66666... 3 1,882...
hoogte = 1,882... 10 18,8  cm (of 188  mm)

d

hoogte (cm)

10

20

30

40

50

60

gewicht (kg)

0,15

1,2

4,05

9,6

18,75

32,4

oppervlakte (cm2)

40

160

360

640

1000

1440

aluminiumkosten (euro)

0,21

1,68

5,67

13,44

26,25

45,36

verfkosten (euro)

0,30

1,20

2,70

4,80

7,50

10,80

e

De vergrotingsfactor is h 10
Gewicht (in kg): 0,150 ( h 10 ) 3 = 0,150 1000 h 3 = 0,00015 h 3
Aluminiumkosten (€): A ( h ) = 1,4 0,00015 h 3 = 0,00021 h 3

f

De vergrotingsfactor is h 10
Oppervlakte (cm2):
40 ( h 10 ) 2 = 40 100 h 2 = 0,4 h 2
Verfkosten (€):
V ( h ) = 0,0075 0,4 h 2 = 0,003 h 2

g

Algebraïsch: 0,00021 h 3 = 0,003 h 2 0,00021 h = 0,003 h = 0,003 0,00021 14,3  cm
(of h 143 mm)
(mag ook met de GR met optie intersect)

h

Vergelijking: 0,00021 h = 3 0,003 h 2 geeft h 42,9 cm (of h 429 mm)

5
a

Verfkosten: 0,003 h 2 = 9 h 2 = 9 0,003 = 3000 h = 3000 ( 54,77 )
Dus aluminiumkosten: A = 0,00021 ( 3000 ) 3 34,51 euro.

b

Eerst delen door 0,003 en dan de wortel nemen; h = V 0,003

c

h = V 0,003 = 1 0,003 V 18,2574 V 1 2

d

A = 0,00021 ( 18,2574 V 1 2 ) 3 = 0,00021 18,2574 3 V 3 2 1,278 V 1,5 , dus a = 1,278 en b = 1,5

e

A = 1,278 V 1,5 V 1,5 = 1 1,278 A 0,78246... A V = 0,78246... 2 3 A 2 3
V = 0,849 A 2 3

f

Dan worden de verfkosten 2 2 3 keer zo groot, dus (ongeveer) 1,6 keer zo groot.

g

Dan worden de verfkosten 0,5 2 3 keer zo groot, dus (ongeveer) 0,63 keer zo groot.

6
a

De diameter wordt 10 keer zo groot.

b

De oppervlakte van de dwarsdoorsnede wordt 10 2 = 100

c

Het touwtje wordt 100 keer zo sterk.

d

Het volume en het gewicht wordt 10 3 = 1000 keer zo groot.

e

Het touwtje zal waarschijnlijk breken.

7
a

f 3 = 5000 0,040 = 125.000 f = 125.000 1 3 = 50

b

Het bot wordt 50 2 = 2500 keer zo sterk, maar de muis wordt 125.000 keer zo zwaar. Dus de poten moeten in verhouding 125.000 2500 = 50 keer zoveel gewicht dragen. Dat gaat waarschijnlijk fout.

c

De poten moeten 50 keer zoveel dragen, dus de oppervlakte moet 50 keer zo groot worden. f 2 = 50 f = 50 7,1 , dus de poten moeten (ongeveer) 7 keer zo dik worden.

d

Nee, ze hebben in verhouding veel te dikke benen (en armen), dus bewegen gaat moeilijk.

8
a

De verkleiningsfactor is 27 1200 = 0,0225 , dus de hoogte is 0,0225 5,5 = 0,12375  m, ofwel (ongeveer) 124  mm.

b

De vergrotingsfactor is 1200 27 = 44 4 9 , dus het gewicht is 5 ( 44 4 9 ) 3 438957  gram, ofwel 439  kg.

c

3,8 0,0225 2 0,001924  m2, ofwel 19,2  cm2

d

f = 0,5 3 , dus 0,5 3 5,5 4,37  m hoog, ofwel 437  cm

e

2250 ( 2 5,5 ) 3 108  kg

9
a

Grootste: 225 ( 11,5 46 ) 3 3,516  ton, dus 3500  kg
Kleinste: 225 ( 4,5 46 ) 3 0,201  ton, dus 200  kg

b

G = 225000 ( h 46 ) 3 = 225000 h 3 46 3 = 225000 46 3 h 3 2,312 h 3 , dus a = 2,312

c

G = 225000 ( h 46 ) 3 G 225000 = ( h 46 ) 3 G 225000 3 = h 46
h = 46 G 225000 3
(ofwel: h 0,756 G 3 = 0,756 G 1 3 )

d

Dan is het gewicht 225000 0,25 = 56250  kg, dus h = 0,756 56250 1 3 29  m
Of: voor de verkleiningsfactor f geldt: f 3 = 0,25 f = 0,25 3 ,
dus h = 46 0,25 3 = 46 0,25 1 3 29  m

e

De schoonmaakkosten hebben te maken met de oppervlakte van het beeld.
Grootste: 100 ( 11,5 46 ) 2 6,25  uur (dus 8 uur en een kwartier)
Kleinste: 100 ( 4,5 46 ) 2 0,97  uur, dus 1  uur.

f

D = 100 ( h 46 ) 2 = 100 46 2 h 2 0,047 h 2

g

Voor de verkleiningsfactor f geldt: f 3 = 0,80 f = ( 0,80 ) 1 3 f 2 = ( 0,80 ) 2 3 0,86 , dus de schoonmaakkosten nemen met 14 % af.

h

Voor de verkleiningsfactor f geldt: f 2 = 0,75 f = ( 0,75 ) 1 2 f 3 = ( 0,75 ) 3 2 0,65 , dus het gewicht neemt 35 % af.