Er bestaan verschillende meetkunde-computerprogramma's.
Daarmee kun je nauwkeurige tekeningen maken op
het scherm. Vervolgens kun je een punt verplaatsen en
zien hoe de getekende figuur mee verandert. Sommige
meetkundige eigenschappen blijven dan gelden.
Het programma dat wij gebruiken is GeoGebra, dit is sinds enkele jaren het standaardprogramma.
In de Wageningse Methode wordt het programma ook gebruikt in Hoofdstuk 13 paragraaf
6.
Met GeoGebra kun je het volgende tekenen.
Een punt, een lijn, een cirkel;
een lijn door een gegeven punt,
het lijnstuk met gegeven eindpunten,
de cirkel met gegeven middelpunt en gegeven punt op
de omtrek,
het midden van een gegeven lijnstuk,
de middelloodlijn van een gegeven lijnstuk,
de bissectrice van een gegeven hoek,
een loodlijn door een gegeven punt op een gegeven
lijn;
snijpunten van twee lijnen, van twee cirkels en van een lijn en een cirkel.
Je kunt ook in een tekening een punt, lijn of cirkel aanwijzen en vastpakken. Het object kun je vervolgens met de muis verplaatsen. Als je bijvoorbeeld een punt op een al getekende lijn hebt gekozen, zal het punt bij verschuiven op die lijn blijven.
In GeoGebra kun je het volgende ook.
Labels" aan punten, lijnen en cirkels hangen met hun namen zoals "" en "",
verschillende objecten verschillend kleuren.
lijnstukken en hoeken opmeten.
Voorlopig heb je genoeg aan deze basishandelingen. Om
te leren hoe dat precies gaat, moet je een (samenvatting
van een) handleiding van het betreffende programma
raadplegen. Al doende leer je de (on)mogelijkheden van
het programma kennen.
De eerste acht opgaven van deze paragraaf zijn bedoeld om met het programma kennis
te maken.
Er zijn geen antwoorden bij.
Teken een lijnstuk en construeer een gelijkzijdige driehoek met dat lijnstuk als
zijde.
Misschien heeft het programma een optie "Regelmatige
veelhoek", maar die moet je nu niet gebruiken.
Teken een lijnstuk en
construeer een vierkant met dat lijnstuk als zijde.
Je moet hierbij niet de optie "Regelmatige veelhoek" gebruiken.
Teken een (niet te kleine) cirkel op het scherm, zonder het middelpunt te tekenen.
Construeer het middelpunt van de cirkel.
Teken een driehoek.
Construeer daarin zijn drie hoogtelijnen.
Pak een hoekpunt vast en verschuif het over het scherm.
Blijven de drie hoogtelijnen door één punt gaan?
De hoogtelijnen van een driehoek gaan door één punt, het zogenaamde hoogtepunt.
Waar ligt het hoogtepunt als de driehoek rechthoekig is? En als hij stomphoekig is?
Teken een driehoek.
Construeer daarin twee van de middelloodlijnen van de
zijden.
Construeer vervolgens de omgeschreven cirkel van de
driehoek.
Pak een hoekpunt vast en verschuif het over het scherm.
Blijft de omgeschreven cirkel door de hoekpunten gaan?
Waar ligt het middelpunt van de omgeschreven cirkel
als de driehoek rechthoekig is?
En als hij stomphoekig is?
Teken een driehoek.
Construeer daarin twee van zijn bissectrices.
Construeer vervolgens de ingeschreven cirkel van de
driehoek.
Pak een hoekpunt vast en verschuif het over het scherm.
Blijft de ingeschreven cirkel raken aan de zijden?
Teken een punt
en een cirkel met als middelpunt.
Teken buiten de cirkel nog een punt .
Construeer de raaklijnen uit aan de cirkel.
Pak het punt vast en verschuif het over het scherm.
Blijven de raaklijnen raken aan de cirkel?
Wat gebeurt er als heel dicht bij de cirkel komt?
Teken een driehoek.
Construeer daarin twee van zijn zwaartelijnen.
Het snijpunt van de zwaartelijnen is het zwaartepunt van de driehoek.
Meet de stukken waarin het zwaartepunt een van de zwaartelijnen verdeelt.
Pak een hoekpunt vast en verschuif het over het scherm.
Blijft de verhouding van de lengten van de stukken zwaartelijn hetzelfde?
Middens van de zijden
Teken een willekeurige vierhoek. Verbind de opvolgende
middens van de zijden.
Wat voor vierhoek krijg je?
Kun je dat ook bewijzen.
Pak een van de hoekpunten van de vierhoek vast.
Verplaats het zo dat er een ruit ontstaat.
Wat voor vierhoek met de middens als hoekpunten krijg
je nu?
Kun je dat ook bewijzen?
Medianen
Teken een willekeurige vierhoek. Verbind de overstaande middens van de zijden. De twee verbindingslijnstukken heten de medianen van de vierhoek.
Verplaats een of meer hoekpunten zo dat de medianen loodrecht op elkaar staan.
Bij wat voor vierhoek is dat het geval?
Kun je dat ook bewijzen?
Verplaats een of meer hoekpunten zo dat de medianen even lang zijn.
Bij wat voor vierhoek is dat het geval?
Kun je dat ook bewijzen?
Bissectrices
We bekijken een willekeurige vierhoek met daarin de
bissectrices van de hoeken. We letten op de vierhoek die
door de bissectrices wordt ingesloten.
Teken zo'n vierhoek met zijn bissectrices.
Verplaats een van de hoekpunten zo dat de vierhoek
een parallellogram wordt.
Wat voor soort vierhoek wordt dan door de bissectrices
ingesloten?
Kun je dat ook bewijzen?
Verplaats een of meer hoekpunten zo dat de vierhoek
een rechthoek wordt.
Wat voor soort vierhoek wordt dan door de bissectrices
ingesloten?
Kun je dat ook bewijzen?
Verplaats een of meer hoekpunten zo dat de vierhoek
een ruit wordt.
Hoe zit het nu met de "vierhoek" die door de bissectrices
wordt ingesloten?
Kun je dat ook bewijzen?
We keren terug naar de willekeurige vierhoek . De
bissectrices sluiten altijd een koordenvierhoek in.
Controleer dat op het scherm.
Kun je dat bewijzen?
In de volgende drie opgaven moet je een punt over een cirkel bewegen. Kies daarvoor in GeoGebra de optie Punt op object.
Teken een (niet te kleine) cirkel met middelpunt .
Kies een punt binnen de cirkel (niet te dicht bij ) en een punt
op de
cirkel en bepaal het andere snijpunt van lijn met de
cirkel. Geef het midden van de koorde aan.
Pak punt vast en beweeg het over de cirkel.
Welke baan beschrijft het punt dan?
Bewijs dat.
Het computerprogramma GeoGebra heeft ook een optie
waarbij de plaatsen die tijdens het bewegen van
inneemt
op het scherm blijven staan: trekt een spoor.
O
ok kun je in GeoGebra het punt automatisch
over de cirkel rond
laten draaien.
Probeer dit uit.
De baan van het hoogtepunt
Teken een cirkel met daarin een ingeschreven driehoek
.
Construeer het hoogtepunt van .
Pak punt vast en beweeg het over de cirkel.
Welke baan beschrijft dan zo te zien?
We gaan je vermoeden uit onderdeel b bewijzen.
Noem het snijpunt van lijn met de cirkel: .
Bewijs dat .
Hoe volgt uit onderdeel c dat het spiegelbeeld is van in de lijn ?
Over welke cirkelboog beweegt dus?
Om inzicht te krijgen in een meetkundige situatie, kun je goed een computertekening maken. Dat gaat vrij snel, heel nauwkeurig, en je kunt gemakkelijk experimenteren door bijvoorbeeld een punt te bewegen. Zodoende kun je meetkundestellingen ontdekken. Die moeten dan nog wel bewezen worden! In opgave 14 geven we een voorbeeld.
De rechte van Wallace
Teken een driehoek met zijn omgeschreven cirkel.
Kies een punt op de cirkel en construeer de voetpunten
van de loodlijnen uit dat punt op de (verlengden van de)
zijden van de driehoek.
Pak het punt vast en beweeg het over de cirkel.
Wat
valt je op aan de ligging van de drie voetpunten?
Wat gebeurt er als het punt een hoekpunt van de driehoek is?
Je hebt ontdekt dat (waarschijnlijk) de drie voetpunten op
een rechte lijn liggen, de zogenaamde rechte van Wallace.
"Waarschijnlijk", omdat een bewijs je pas echt zekerheid
verschaft. En een bewijs geeft uitleg waarom het
zo is zoals het lijkt.
In de paragraaf Opdrachten zullen
we bewijzen dat de drie voetpunten op één lijn liggen.
In de paragrafen Extra opgaven en Opdrachten kom je
allerlei situaties tegen die je op het computerscherm kunt
verkennen. Je kunt natuurlijk ook opgaven uit vorige
paragrafen opnieuw bekijken.