11.3  Conclusies trekken >
1
a

-

b

-

c

-

Significant
2
a

P ( 12 X 28, n = 100, p = 0,2 ) =
P ( X 28, n = 100, p = 0,2 ) P ( X 11, n = 100, p = 0,2 ) 0,9674 ;
P ( 13 X 27, n = 100, p = 0,2 ) 0,9405 < 0,95 .

b

25 ligt in het 95 % gebied, dus is dit resultaat niet significant

c

Uitproberen door interval steeds groter te kiezen tot de kans 95 % is:
P ( 75 X 85, n = 400, p = 0,2 ) 0,508
...
P ( 65 X 95, n = 400, p = 0,2 ) 0,947 en P ( 64 X 96, n = 400, p = 0,2 ) 0,961 .

d

25 % van 400 is 100 en dit ligt niet in het 95 % gebied, dus is dit resultaat significant.

3
a

P ( 7 X 13, n = 20, p = 0,5 ) 0,88 en P ( 6 X 14, n = 20, p = 0,5 ) 0,958 , dus tussen 6 en 14 , inclusief 6 en 14 .

b

15 ligt niet in het 95 % gebied, dus resultaat is significant. De conclusie is dat de munt waarschijnlijk 'vals' is.

4
a

Zoek met de GR het getal a zó, dat P ( N a | μ = 9,8 ; σ = 1 ) = 0,025 . Je vindt: a 7,84 , dus vanwege symmetrie is het 95 %-interval: [ 7,84 ; 11,76 ] .

b

Nee, want 10,4 ligt in het 95 %-interval.

c

VUstat geeft als grenzen: 7,84 en 11,76 .

De steekproef
5
a

Je krijgt waarschijnlijk weinig jongeren, die slapen vaker uit.

b

Je krijgt alleen lezers van die krant, een erg geselecteerde groep dus.

c

Alleen mensen met een telefoonnummer in deze boeken worden gebeld, dus ook nu vallen jongeren met vaak alleen een mobiel buiten de boot. Als er overdag gebeld wordt, krijg je de werkende mensen nooit aan de lijn.

6

Minimaal 10 , een maximaal aantal is er niet: als je steeds al eerder gegooide getallen opnieuw gooit.

7

29, 31, 09, 15, 12 en 23

8
a

29, 31, 09, 15, 48 en (weer 09, die vervalt dus) 12

b

Er zijn minder getallen nodig.

9
a

21000 21000 + 117000 150 23 mannen en 150 23 = 127 vrouwen

b

Met de leeftijd, of er les in groep 1, 2, .. of 8 gegeven wordt,...

Simuleren
10
a

Dan kan de arts, door zijn gedrag, geen invloed hebben op de patiënt.

b

met medicijn geneest 61 %, zonder geneest 67 %, de percentages liggen dicht bij elkaar of oddsratio 1,26 en dat is niet veel hoger dan 1 .

c

De tweede tabel is 61 % tegen 12 %, of oddsratio 11,8 .
Geef ook eigen criterium ….

d

48 99 59 29

e

Het antwoord zal zeer waarschijnlijk rond de 12% liggen, zie mogelijke uitkomst met VUstat in figuur hiernaast.

f

De kans op 32 paarse ballen is: ( 48 32 ) ( 51 27 ) ( 99 57 ) . Zo kun je ook de kans op 33 , 34 , ... paarse ballen uitrekenen. Die kansen tel je op.

11
a

Neem populatieomvang 400.000 , opgesplitst in twee groepen (polio en niet-polio), beide van omvang 200.000 . Kies als proportie “blauwe” in VuStat dus 0,50 . Neem daaruit een steekproef van omvang 198 . Kijk hoeveel er polio (“blauw”) zijn. Als Salk niet helpt, verwacht je dat er ongeveer 99 polio bij zullen zijn. Als dat er beduidend minder zijn, concludeer je dat Salk helpt.

b

Ik heb de simulatie 40 keer uitgevoerd. Geen enkele keer was het aantal polio minder dan 88 .

c

Het gemeten aantal poliogevallen onder de kinderen die Salk hadden gekregen lijkt dus uitzonderlijk laag te zijn. De conclusie dat Salk werkt is gerechtvaardigd.