12.4  Toetsen met de normale verdeling >
1
a

94.900 185.000 = 0,5129 0,513

b

X = het aantal jongetjes dat geboren wordt in 2010 met H0 : p = 0,513 en H1 : p 0,513 (de kans moet aangepast worden).
Het kritieke gebied 'links': P ( X 93.902, n = 183.866, p = 0,513 ) 0,024 < 1 2 α en P ( X 93.903, n = 183.866, p = 0,513 ) 0,0258 > 1 2 α , dus het kritieke gebied 'links' bestaat uit de getallen tot en met 93.902 .
Het kritieke gebied 'rechts': P ( X 94.743, n = 183.866, p = 0,513 ) 0,0252 > 1 2 α en P ( X 94.744, n = 183.866, p = 0,513 ) 0,0249 < 1 2 α , dus het kritieke gebied 'rechts' bestaat uit de getallen vanaf 94.744 .
We besluiten de kans aan te passen als het aantal jongetjes kleiner is dan 93.903 of minstens 94.744 .
Opmerking
Als je met je rekenmachine niet met deze grote aantallen kunt rekenen, benader de binomiale stochast X dan met een normale stochast met
μ = 183.866 0,513 en σ = 183.866 0,513 ( 1 0,513 ) .

c

183.866 0,513 ( 1 0,513 ) 214,3

2
a

Zoek met de GR het getal a met
P ( N a | μ = 83,4 ; σ = 4,6 ) = 0,025 . Je vindt: a 74,4 , dit is de bovengrens van het kritieke gebied 'links'. Omdat de verdeling symmetrisch is, is de ondergrens van het kritieke gebied 'rechts' 92,4 .

b

Ja

3
a

40 2500 = 100.000

b

Eenzijdig, omdat klanten niet klagen bij te veel aardappelen.

c

T is het totale gewicht van 40 zakken.
H0 : μ = 100.000 en H1 : μ < 100.000 .

d

σ ( T ) = 40 80

e

Zoek met de GR het getal a met P ( N a | μ = 100.000 ; σ = 80 40 ) = 0,05 .
Je vindt: a 99168 .
De waarde van T ligt in het kritieke gebied als T 99168 gram.

f

99,1 ligt in het kritieke gebied, dus krijgen de ontevreden klanten gelijk.

4

De totale wachttijd noemen we T , met verwachtingswaarde μ en σ = 0,5 4 = 1 .
H0 : μ = 8 (supermarkt) en H1 : μ > 8 (ik).
P ( T 12 | μ = 8, σ = 1 ) =  0 ,000031 < α , dus ik krijg gelijk.

5
a

Noem E ( X ) = μ , dan P ( X > 40.000 | μ = ? , σ = 6515 ) = 0,6 .
Met de GR kunnen we z -waarde van 40.000 terugzoeken:
als P ( X < a | μ = 0, σ = 1 ) = 0,4 , dan a 0,2534 , dus 40.000 μ 6515 = 0,2534 , dus μ = 40.000 + 0,2534 6515 , dus μ = 41.651 .

b

Var ( X + Y ) = Var ( X ) + Var ( Y ) = 6515 2 + 5000 2 , dus σ ( X + Y ) = Var ( X + Y ) 8213 .

c

T is de omzet van beide winkels in de vier weken. Noem E ( T ) = μ .
Dan H0 : μ = 4 ( 41.651 + 45.000 ) = 346.604 (bedrijfsleider) en
H1 : μ 346.604 , met σ 4 8213 = 16.426 .
De overschrijdingskans is P ( T > 368.743,36 | μ = 346.604, σ = 16.426 ) = 0,088 > 1 2 α , er is dus geen reden om de bewering van de bedrijfsleider te verwerpen.

6
a

G = het gemiddelde IQ van 25 profvoetballers met verwachtingswaarde μ .
H0 : μ = 100 en H1 : μ > 100 .

b

σ ( G ) = 1 25 15 = 3

c

We zoeken met de GR het getal a zó, dat P ( N < a | μ = 100, σ = 3 ) = 0,95 . Je vindt: a = 104,9 . Dus H0 wordt verworpen bij een gemiddeld IQ van 105 of hoger.

7

X = de gemiddelde overwerktijd over 25 dagen met verwachtingswaarde μ .
H0 : μ = 9,1 en H1 : μ 9,1 .
σ ( X ) = 1 25 2,1 = 0,42 .
De overschrijdingskans is: P ( X < 8,4 | μ = 9,1; σ = 0,42 ) = 0,047 > 1 2 α , dus H0 wordt geaccepteerd, dus kan er niet geconcludeerd worden dat er invloed is.

8
a

De kans op stukgaan van een chip binnen vijf jaar is P ( X < 5 | μ = 8,0 ; σ = 2,0 ) = 0,0668 , dus het verwachte aantal dat stuk gaat is: 0,0668 500 33 .

b

Het resultaat is 7 stuk na vijf jaar, dat is een aantal, dus dit is een binomiale toets. X is het aantal dat stuk gaat in vijf jaar, dan
H0 : p = 0,0668 en H1 : p > 0,0668 (want dan is μ kleiner).
De overschrijdingskans is P ( X 7, n = 50, p = 0,0668 ) = P ( X 7, n = 50, p = 0,0668 ) = 0,0474... > α , dus H0 wordt geaccepteerd, er is geen reden om μ = 8,0 te verwerpen.