14.2  Periodieke verschijnselen >
1
a

Eén cyclus duurt 5 seconden, de longinhoud varieert tussen 4 1 2 en 5 1 2 liter, dat klopt dus.

b

Zie figuur. Een grafiek die schommelt om gemiddelde longinhoud 5 liter.

c

Zie figuur

d

5 seconden, 11 seconden

e

Bij gewoon ademen wordt ongeveer 0,5 liter ververst, dat is 10 % , bij diep ademen 2,2 liter, dat is 44 %

f

In 36 seconden 12 keer ademen, dus de periode is 3 seconden

2
a

Zie de donkergekleurde grafiek in de figuur bij opgave 4a.

b

30  minuten

c

7 1 2 , 17 1 2 , 37 1 2 , 47 1 2 en 67 1 2

d

Op dezelfde hoogte als op tijdstip 1000 33 30 = 10 , dus op hoogte 500  meter (dus in T ).

e
  • H ( t ) = 40 t + 100 als 0 t 10 ;

  • H ( t ) = 500 als 10 t 15 ;

  • H ( t ) = 40 ( t 15 ) + 500 = 40 t + 1100 als 15 t 25 ;

  • H ( t ) = 100 als 25 t 30 .

3
a

Zie de licht gekleurde grafiek in de figuur op de volgende bladzijde.

b

15  minuten

c

H 2 ( t ) = H ( t 15 ) (of: H 2 ( t ) = H ( t + 15 ) )

d
  • 500

  • 467

  • 101

e

H 2 ( t ) = 600 H ( t )

4
a

Ze hebben dezelfde frequentie ; 400 .

b

Hoger want de frequentie is groter.

5

4 , 1 , 1 2 , 2 , 2 (seconden)

6
a
  • 365  dagen (nauwkeuriger: 365,25  dagen)

  • 28  dagen

  • 1  seconde

  • 1  uur

  • 12  uur

  • 12,5  uur

b
  • Het verspringen van verkeerslichten.

  • Rondetijden bij 10.000  meter schaatsen (als de schaatser zijn krachten ideaal verdeelt).

  • Temperatuurverloop van een dag (als het weer een tijdje constant is).

  • El nino ( 4 -jaarlijkse droogte bij de evenaar).

  • ...

7
a

60

b

Ruim 60 4 5 = 75

8
a

Rood gekleurde deel.

b

Lichtblauw gekleurde stuk.

figuur bij opgave 9
c

3

9
a

6

b
figuur bij opgave 10
c

2 1 3 , 1 2 3 , 1 2 3 , 2 1 3 , 2 1 3 , 2 1 3 en 1 2 3

d

1 1 2 , 7 1 2 en 1 1 2 , 4 1 2 , 10 1 2

e

58 1 2 , 61 1 2 , 64 1 2 , 67 1 2 , 70 1 2

f

60 , 66

g

1, 2, 5, 8, 11

10

Alleen de laatste, de periode is 4 .

11
a

7, 3 1 2 , 0, 3 1 2 , 7, 8, 4 1 2 , 1, 2 1 2 , 6, 9 1 2

b

7 1 2 , 4, 1 2 , 3, 6 1 2 , 10

12
a

12.25  uur (ofwel: 12  uur en  25  minuten)

b

Bij IJmuiden is eb en vloed minder hoog dan bij Vlissingen.
Bij IJmuiden komt de vloed sneller op en duurt het eb worden langer.
Bij IJmuiden is de gemiddelde waterhoogte hoger dan bij Vlissingen.

c

Het afnemen duurt langer dan het toenemen.
Het waterpeil is langer onder de gemiddelde zeestand dan erboven.

d

3.50  uur en 16.15  uur.