Laat een punt zijn van de grafiek van functie . Veronderstel dat de grafiek van
glad is in .
Dan heeft de grafiek een raaklijn in .
De helling van de grafiek is de richtingscoëfficiënt van die raaklijn; die laat zich
benaderen met , waarbij klein gekozen moet worden.
De exacte waarde van de helling is: .
noemen we
een differentiequotiënt;
is het bijbehorende
differentiaalquotiënt.
De helling in het punt met eerste coördinaat noteren we met .
De functie noemen we de
afgeleide functie.
Een andere notatie voor de afgeleide functie is .
Regels voor differentiëren
, , en hieronder zijn functies en
een getal.
Als ,
dan
.
Functie |
Afgeleide functie |
|
, voor elke uit . |
|
, |
|
, , |
|
|
|
|
|
|
De getallen uit zijn de zogenaamde
rationale getallen; het zijn de getallen van de vorm
met
en geheel en
, dus de
'breuken' en de gehele getallen.
Bij voorkeur neemt men voor het grondtal van de exponentiële en logaritmische functies
het getal e, dan krijg je een eenvoudige afgeleide:
|
|
|
|
Differentieer de volgende functies (vereenvoudigen hoeft niet).
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toon aan:
Als , |
dan . |
Als , |
dan . |
Als , |
dan . |
Gegeven is de functie met .
Bereken exact het punt op de grafiek van waar de raaklijn horizontaal is.
De lijn met vergelijking voor zekere raakt de grafiek van .
Bereken exact.
Gegeven is de functie met .
Bereken de nulpunten van exact.
Bereken de coördinaten van de punten met een horizontale raaklijn exact.
Gegeven is de functie met .
Bereken de eerste coördinaat van de punten met een horizontale raaklijn exact.
Als de vorige opgave met de functie .
De hoek waaronder twee grafieken elkaar snijden is de hoek waaronder de raaklijnen in dat punt aan de grafieken elkaar snijden.
Gegeven zijn de functies en
op met
en .
Bereken de hoek waaronder de grafieken van en elkaar snijden in graden nauwkeurig.
De grafieken van de functies en
raken elkaar in een punt met eerste coördinaat als
en
.
Gegeven zijn de functies en , waarbij .
Bereken exact voor welke waarden van de grafieken van en elkaar raken.
Gegeven is de functie .
Hiernaast is de grafiek getekend met daarop de punten
, , en .
is het randpunt, de top, het snijpunt
met de -as en het snijpunt met de
-as.
Bereken de coördinaten van , , en exact.
Voor elke waarde van is
de functie met
.
De functies hebben een gemeenschappelijk punt .
Toon dat aan.
Er is een waarde van waarvoor de grafiek van de grafiek van loodrecht snijdt.
Bereken die waarde van exact.
De tweede afgeleide van een functie is de afgeleide van de afgeleide functie van . We noteren deze als .
Als ,
dan .
Als , dan
.
Het punt met eerste coördinaat is een buigpunt van de grafiek van een functie als van teken wisselt in .
De functie heeft een buigpunt in
, want
wisselt van teken in
.
De functie heeft geen buigpunt in
, want
wisselt niet van teken in
.
Gegeven is de functie .
Bereken coördinaten van de buigpunten van de grafiek van exact.
Definitie
Een functie heet primitieve van een functie als
.
Primitiveren is dus het omgekeerde van differentiëren.
We maken een lijst.
Lijst met primitieven
functie |
primitieve functie |
|
, |
|
|
|
|
|
|
|
, en |
|
|
Bepaal van de volgende functies een primitieve.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een primitieve van de functie met heeft een formule van de vorm voor zekere getallen en .
Bereken de getallen en exact.
Een primitieve van de functie met heeft een formule van de vorm voor zekere getallen en .
Bereken de getallen en exact.
We definiëren ; hierbij is
een primitieve van op .
We noemen een
bepaalde integraal, dit in tegenstelling tot een primitieve die we wel een
onbepaalde integraal noemen.
is de gesigneerde oppervlakte op het interval , dat wil zeggen: de oppervlakte tussen de -as
en de grafiek van moet je positief rekenen als die boven de
-as ligt en anders negatief.
Zo is bijvoorbeeld in de figuur hiernaast
.
is de gesigneerde oppervlakte tussen de grafieken van en
op het interval , zie de figuur hieronder.
(Als de grafiek van boven die van ligt, moet je de oppervlakte tussen de grafieken positief rekenen en anders negatief.) In het bijzonder: als de grafiek van op het hele interval boven de grafiek van ligt, dan is de oppervlakte tussen de grafieken van en op : .
De gekleurde figuur in het plaatje hiernaast bestaat uit twee rechthoekige driehoeken. De linker heeft rechthoekszijden en . De rechter is een uitvergroting van de linker met factor .
Wat is de oppervlakte van elk van de driehoeken?
De hoekpunten van de rechte hoeken van de driehoeken hebben coördinaten en . De schuine zijden van de driehoeken liggen op de grafiek van een functie. Die noemen .
Bereken met behulp van je antwoord op a .
Geef een formule voor en bereken met een primitieve.
Het gebied ingesloten door de parabool en de lijn heeft voor zeker waarde van oppervlakte .
Bereken exact.
Gegeven is de functie .
Bereken exact.
Teken de grafiek van op het interval .
Bereken exact zonder primitiveren.
Hiernaast staat de grafiek van de functie met
.
De oppervlakte van het gebied ingesloten door de grafiek van en
de -as is gekleurd.
Bereken de oppervlakte van dit gebied exact.
Het gekleurde gebied in de figuur hiernaast wordt begrensd door de lijnen , , en de grafiek van de functie .
Bereken de oppervlakte van dit gebied exact.
Door een lichaam wordt een getallenlijn (as) gestoken. wordt begrensd door vlakken op hoogte
en loodrecht op de as, met .
De oppervlakte van het lichaam op hoogte noemen we .
Dan is de inhoud van gelijk aan .
Een bijzonder gevolg hiervan staat op de volgende bladzijde.
Stelling
is een functie op het interval .
Als je het gebied tussen de grafiek van
en de -as om de -as wentelt (figuur links),
krijg je een lichaam met inhoud:
.
Als je het gebied tussen de grafiek van en de -as om de
-as wentelt (figuur rechts), krijg je een lichaam met inhoud:
.
Hierbij is:
en als stijgend is,
en als dalend is.
Het vlakdeel ingesloten door de -as, de -as en de grafiek van de functie wordt om de -as gewenteld (de figuur hierboven links) en om de -as (de figuur hierboven rechts).
De inhoud van de figuur links is:
.
Om de inhoud van de figuur rechts te berekenen moet je eerst als functie van
schrijven:
De inhoud van de figuur rechts is:
.
Het vlakdeel ingesloten door de grafiek van de functie
en de -as wordt om de
-as gewenteld.
Bereken de inhoud van het omwentelingslichaam exact.
Het vlakdeel ingesloten door de parabool met vergelijking
en de lijn
, zie figuur linksboven wordt om de
-as, de -as en de lijn
gewenteld. Je krijgt achtereenvolgens de figuren rechtsboven,
linksonder en rechtsonder. De inhoud van de drie figuren noemen we achtereenvolgens
, en .
Bereken , en exact.
Bij de berekening van : verschuif de grafiek van de functie zó, dat dat gelijk is aan de inhoud van een omwentelingslichaam om de -as.
Gegeven is de functie
.
Voor elke
zijn verder de lijnen met
vergelijking
en de lijnen met
vergelijking gegeven.
is het vlakdeel ingesloten door de grafiek van
, de -as en de lijnen
en . Zie figuur.
Neem .
Bereken exact de inhoud van het omwentelingslichaam dat ontstaat door om de -as te wentelen.
Bereken exact de waarde van als geldt:
.
is het snijpunt van met de grafiek van en het snijpunt van met de grafiek . Lijn snijdt de -as in .
Bereken exact als het midden van lijnstuk is.
In een kubus met ribbe zit een staaf
die twee hoekpunten verbindt, zie figuur 1. De kubus wordt om een ribbe rond gedraaid.
De staaf beschrijft een omwentelingslichaam, dat lijkt op het bouwsel in figuur 2.
De afstand van een punt op de staaf tot de draaias hangt af van de hoogte
in de kubus.
Druk die afstand uit in .
Bereken de inhoud van het omwentelingslichaam exact.
We gaan op zoek naar een primitieve van de functie met .
Differentieer de functie .
Uit het antwoord van a volgt dat de functie
een primitieve
van de functie is voor zekere waarden van en .
Bereken die waarden van en exact.
In figuur 1 zie je het bovenste van een toren van de stadsmuur van Rothenburg ob der
Tauber.
We berekenen de inhoud van een lichaam dat lijkt op het dak van de toren.
Door dat lichaam steken we een as. De doorsnede van het lichaam op hoogte loodrecht
op de as is een vierkant waarvan de hoekpunten alle vier dezelfde afstand tot de as hebben.
Er geldt: . De grafiek van het verband tussen
en staat in figuur 2.
Voor de 'onderkant' van het lichaam geldt: en voor de 'bovenkant' .
De oppervlakte van de doorsnede op hoogte noemen we .
Toon aan: .
Bereken de inhoud van het lichaam exact.