10.4  Anders bekeken >
Kegelsneden
1
a

α = 90 °

b

Voor α iets groter dan β

c

Door de top van de kegel

d

Die zijn gelijkvormig (ze ontstaan uit elkaar door een vermenigvuldiging vanuit de top van de kegel).

2
a

Een stuk parabool

b

Een stuk hyperbool

c

Een (stuk) ellips

3
a

De bovenste rand van de lichtkegel is evenwijdig aan de vloer.

b

De lichtkegel moet steiler omlaag schijnen.
De lichtkegel moet minder steil omlaag schijnen.

c

Een deel van een hyperbool

4

De lichtbron bevindt zich op dezelfde hoogte als het hoogste punt van de bol.

5
a

-

b

Bijvoorbeeld ( x ( t ) , y ( t ) ) = ( 4 cos ( t ) ,3 sin ( t ) )

Vergelijkingen
6
a

Volgens de theorie uit 6v krijg je: y a = 1 4 ( x a ) 2 y = 1 4 a x 2

b

Dan a = 1 4 , dus de richtlijn heeft verglijking y = 1 4 en het brandpunt is ( 0, 1 4 ) .

7
a

Voor elk punt P op de ellips geldt: | P F 1 | + | P F 2 | = 20 . Stel je voor dat je een koordje van F 1 via P naar F 2 gespannen hebt. Als P in B ligt, dan zit het koordje dubbel over het stuk van B naar F 2 . | A F 1 | = | B F 2 | , dus de lange as is gelijk aan de ellipsconstante 20 .
Als P in D ligt, zie je dat de schuine zijde van driehoek O D F 1 de helft van de ellipsconstante is, dus 10 . De korte as is dus 2 10 2 8 2 = 12 .

b

a = 10 en b = 6

c

Het linkerlid van de gelijkheid is | P F 1 | en het rechterlid 20 | P F 2 | .

d

( x + 8 ) 2 + y 2

=

20 ( x 8 ) 2 + y 2

kwadrateren

x 2 + 16 x + 64 + y 2

=

400 40 ( x 8 ) 2 + y 2 + x 2 16 x + 64 + y 2

Vereenvoudigen

32 x 400

=

40 ( x 8 ) 2 + y 2

delen door 8

50 4 x

=

5 ( x 8 ) 2 + y 2

e

50 4 x

=

5 ( x 8 ) 2 + y 2

kwadrateren

2500 400 x + 16 x 2

=

25 ( x 2 16 x + 64 )

vereenvoudigen

900

=

9 x 2 + 25 y 2

Beide leden delen door 900 geeft het gewenste resultaat.

8

In de 'standaardvorm' schrijven: 4 x 2 + y 2 = 16 x 2 4 + y 2 16 = 1 , dus in dit geval liggen de brandpunten op de y -as met e 2 = 16 en e 2 d 2 = 4 , dus e = 4 en d 2 = 12 , dus d = 2 3 .
De eerste ellips heeft brandpunten ( ± 2 3 ,0 ) .
x 2 + 4 y 2 = 1 x 2 1 + y 2 1 4 , dus voor de tweede ellips geldt:
e 2 = 1 en e 2 d 2 = 1 4 , dus d = 1 2 3 . De brandpunten van de tweede ellips zijn ( ± 1 2 3 ,0 ) .

9
a

x 2 y 2 = 1 y 2 = x 2 1 y = ± x 2 1 , dus f ( x ) = x 2 1 .

b

d en e zoals hierboven, dan e = 1 en e 2 d 2 = 1 , dus d = 2 .
De hyperboolconstante is dus 2 en F = ( 2 ,0 ) .

c

Het middelpunt M van de richtcirkel is ( 2 ,0 ) . Zo te zien is R het punt ( 0, 2 ) . Je verifieert eenvoudig dat hoek M R F recht is. De middelloodlijn van lijnstuk R F is de middenparallel in driehoek M R F evenwijdig aan lijn R F , dus gaat door O en heeft richtingscoëfficiënt 1 , dus is de lijn y = x .

Vouwen