1
a
b

Het stuk 'links' van P heeft als richtlijn de x -as en brandpunt L ,
het stuk tussen P en Q heeft als richtlijn k met vergelijking y = 2 en brandpunt M ,
het stuk 'rechts' van Q heeft als richtlijn de x -as en brandpunt R .

c

De overgangspunten P en Q liggen op de lijn door L en R en liggen even ver van M als van k .
Dus P = ( 4,2 ) en Q = ( 4,2 ) .
(Dan ligt P ook even ver van de x -as en L en Q even ver van de x -as en R .)

2
a
b

Alle zijden van driehoek B C T hebben lengte 2 , dus boog Q T heeft lengte
30 360 2 π 2 = 1 3 π .
De lengte van de isolijn is dus:
2 π 2 + 4 1 3 π + 4 1 1 2 = 5 1 3 π + 6 .

3
a

d y d x = 2 x , dus de raaklijn heeft vergelijking y = 2 p x + q voor zekere waarde van q .
( p , p 2 ) ligt op de raaklijn, dus q = p 2 en de vergelijking is: y = 2 p x p 2 . Voor het snijpunt met de x -as geldt: y = 0 2 p x = p 2 x = 1 2 p .

b

V is het voetpunt van P op de richtlijn r en G het voetpunt van O .
Het snijpunt van de raaklijn in P en lijn F V noemen we S .
De lijn door S evenwijdig met de richtlijn gaat door O omdat O het midden van lijnstuk F W is en S het midden van lijnstuk F V .
Dus S = M !
De driehoeken F O S en V Q S zijn congruent (HZH), dus S is het midden van lijnstuk O Q .

4
a

Zie figuur 1 aan het einde van de opgave.

b

De conflictlijn bestaat uit twee stukken parabool. Beide hebben brandpunt M . Het 'bovenste' stuk heeft richtlijn r , het 'onderste' stuk heeft richtlijn s , beide op afstand op afstand 3 van k .

c

Zie figuur 2 hieronder.
De gevraagde hoek is hetzelfde als hoek W M V .
De projectie van M op k noemen we N .
Uit de stelling van Pythagoras in driehoek P N M volgt: P N = 5 , dus
W M V = tan 1 ( 1 5 5 ) + tan 1 ( 5 ) 89,1 ° .

5

Teken de lijn n door A evenwijdig aan de as m . Hierop moet het voetpunt V van A liggen.
Spiegel de lijn n in de raaklijn r , het beeld is s . Op s ligt het brandpunt.
Het brandpunt F is dus het snijpunt van de as m met s .
V vind je met de eigenschap | A V | = | A F | .
De richtlijn gaat door V en staat loodrecht op de as m .

6

Spiegel F in r . Het beeld is het voetpunt V van P . De loodlijn s in V op lijn P V is de richtlijn.

7
a
b

De richtlijnen zijn r , s en t op afstand 2 van A B , B C en C D .
Het brandpunt is steeds M

c

Stel A B C = α , dan B C D = 180 ° α .
Lijn B P is bissectrice van hoek A B C en lijn C Q van hoek B C D , dus P B C = 1 2 α en Q C B = 90 ° 1 2 α .

8
a

De afstand tot land I noemen we x , dan is de afstand tot land III ook x en tot land II: x 2 2 , dus x = x 2 2 . dus x = 2 2 1 = 2 + 2 2 4,83 .

b

Eén stuk is een gedeelte van de parabool met brandpunt M en richtlijn k , een lijn die 2 eenheden links van lijn P S .
- de parabool gaat door punt P ; - het tweede stuk is een gedeelte van de bissectrice van hoek T S R ;
- het derde stuk is het spiegelbeeld van het eerste stuk (of een gedeelte van de parabool met brandpunt M en richtlijn n , een lijn die 2 eenheden onder lijn Q R ligt.

c

Het voetpunt van P op k noemen we V en het snijpunt van lijn V P met zijde S P : W .
De raaklijn aan het bovenstuk is deelt hoek V P M doormidden. Dus vanwege symmetrie is de gevraagde hoek even groot als hoek V P M .
In driehoek W P M geldt: | W P | = 2 + 2 2 en | M P | = 4 + 2 2 . Noem de gevraagde hoek α , dan cos(α) = 2 + 2 2 4 + 2 2 = 2 + 2 2 4 + 2 2 4 2 2 4 2 2 = 1 2 2 , de gevraagde hoek is dus 45 ° exact!